De Noord-Brabander/Jaargang 34/Nummer 131/Eergister morgen ten 11 ure had in de groote zaal van het stadhuis alhier de plegtige prijsuitdeeling plaats

Eergister morgen ten 11 ure had in de groote zaal van het stadhuis alhier de plegtige prijsuitdeeling plaats [...]
Auteur(s) Anoniem
Datum Donderdag 6 november 1862
Titel Eergister morgen ten 11 ure had in de groote zaal van het stadhuis alhier de plegtige prijsuitdeeling plaats [...]
Krant De Noord-Brabander
Jg, nr 34, 131
Editie, pg [Dag], [3]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

      Eergister morgen ten 11 ure had in de groote zaal van het stadhuis alhier de plegtige prijsuitdeeling plaats 1o voor den buitengewonen wedstrijd gehouden ter gelegenheid van het 50jarig bestaan der koninklijke school voor de Nuttige en Beeldende kunsten alhier en 2o voor den gewonen kursus 1861—62 aan die school.
      Jhr mr E. de Kuijper, burgemeester van ’s Bosch en Voorzitter van het bestuur der school, opende de plegtigheid met eene redevoering, waarin hij in de eerste plaats betoogde dat deze inrigting te regt de nuttigste en hoogst gewaardeerde in deze stad is, en vervolgens haren oorsprong, klein en gering, hare spoedige ontwikkeling, in een woord hare geschiedenis op materieel en wetenschappelijk gebied naging, en de namen opsomde van de verdienstelijke mannen, aan wie zij hoofdzakelijk hare wording te danken heeft en van de bestuurders die achtereenvolgens met onvermoeiden ijver tot haren bloei en vooruitgang werkzaam waren. Verder herinnerde de Voorzitter dankbaar aan de voortdurende bescherming van Z. M. den Koning, aan de jaarlijksche geldelijke bijdragen der Regering en der Provincie, aan de opofferingen der stad enz. en prees hij vooral den ijver der leeraren van de school, die steeds datgene in het werk stellen wat tot bevordering en ontwikkeling der leerlingen kan verstrekken, wier getal thans tot 300 geklommen is. Eindelijk wees de Voorzitter nog op de mannen van talent, die aan de school hunne eerste opvoeding genoten hebben, en onder wie voorzeker de heer J. van der Ven, thans direkteur der school, en de heer L. Veneman, bouwmeester der kathedraal, de eerste plaats vinden.
      Na deze redevoering, die algemeenen bijval vond, werd door den Sekretaris voorlezing gedaan van het proces-verbaal van beoordeeling voor het buitengewoon konkoers; waaruit bleek dat de 1ste prijs voor het teekenen en boetseeren naar het levend model, bestaande in eene toelage van f 250, behaald is door den heer F. van Beers, van Kuilenburg; en de 1ste prijs voor schetsen van historische voorstellingen (kompositie), bestaande in eene toelage van f 50, door den heer W. Verbeet, van ’s Bosch.
      Bij het ontvangen van den prijs hield de heer van Beers eene kleine aanspraak, waarin hij, ook namens zijne medekonkurreerenden, den bestuurderen der school den dank bragt voor hunne onvermoeide pogingen in het belang der beeldende kunsten en vervolgens de verklaring aflegde dat hij alles zou aanwenden om zich de genotene onderscheiding waardig te maken en zoo veel mogelijk den roem der school elders te handhaven.
      Daarna gaf de heer Sekretaris voorlezing van het proces-verbaal van beoordeeling der gemaakte studiën in de kompositie, het teekenen en boetseeren naar de antieken en de pleisterkoppen, het teekenen naar plaat, de doorzigtkunde, de bouwkunde en de natuurkunde, door de leerlingen gedurende den kursus 1861—62, vervolgens van het besluit des bestuurs, waarbij de prijzen werden toegewezen.
      De navolgende leerlingen werden bekroond en hun met de hartelijkste en vereerendste toespraken de eereprijzen uitgereikt, als:

      No. 1. Kompositie van teeken- en boetseerwerken.
      1e prijs, L. Hezemans, geb. te ’s Bosch.
      No. 2. Teekenen naar het naakt levend model.
      1e prijs, W. Verbeet, geb. te ’s Bosch.
      No. 3. Boetseeren naar het naakt levend model.
      1e prijs, F. van Schadewijk, geb. te Neerlangel.
      No. 4. Teekenen naar pleister (antieken) 1e klasse.
      1e prijs, P. M. Slager, geb. te ’s Bosch.
      No. 5. Teekenen naar pleister (antieken) 2e klasse.
      1e prijs, G. F. Berghuis, geb. te Amsterdam.
      No. 6. Boetseeren naar pleister (antieken) 1e klasse.
      1e prijs, A. Voets, geb. te Schijndel.
      No. 7. Boetseeren naar pleister (antieken) 1e klasse.
      1e prijs, W. Molkenboer, geb. te Leijden.
                  No. 8. Boetseeren naar ornamenten.
      1e prijs, A. van Gelderen, geb. te ’s Bosch.
            No. 9. Teekenen naar plaat (groote beelden).
      1e prijs, H. van der Geld, geb. te Elshout.
            No. 10. Teekenen naar plaat (groote koppen).
      1e prijs, F. J. Ripsame, geb. te ’s Bosch
            No. 11. Teekenen naar plaat (kleine koppen).
      1e prijs, J. Sprenkels, geb. te Hintham.
      No. 12. Teekenen naar plaat (groote ornamenten).
      1e prijs, G. J. Ringelands, geb. te ’s Bosch.
      No. 13. Teekenen naar plaat (kleine ornamenten)
      1e prijs, G. F. Schumaker, geb. te ’s Bosch.
      No. 14. Klasse der grondbeginselen in het teekenen.
                  2de studiejaar.
      1e prijs, Jos. Wolfs, geb. te ’s Bosch.
                  1ste studiejaar.
      1e prijs, T. Verhagen, geb. te ’s Bosch.
                  No. 15. Klasse der doorzigtkunde.
      1e prijs, L. Hezemans, geb. te ’s Bosch.
                  No. 16. Bouwkunde.
      1ste klasse. Ontwerp naar eigen vinding (kompositie).
      1e prijs, J. C. Hamilton, geb. te ’s Bosch.
                  2de klasse. Teekening naar model.
      1e prijs, N. van Bers, geb. te Halder.
                  3de klasse. Teekening naar model.
      1e prijs, J. Loeff, geb. te Vught.
                  4de klasse. Teekening naar model.
      1e prijs, A. J. Lathouwers, geb. te Vught.
                  Klasse der doorzigtkunde, voor de bouwkunde.
      1e prijs, N. van Bers, geb. te Halder.
                  No. 17. Klasse van de natuurkunde.
      1e prijs, M. van den Bungelaar, geb. te ’s Bosch.
      No. 18. Klasse der meetkunde, toegepast op handwerken, fabriekwezen en schoone kunsten.
      1e prijs, Joseph Steenbergen, geb. te ’s Bosch.

      Na de uitreiking der prijzen, hield de heer W. Verbeet eene dankzeggingsrede, namens de leerlingen.

      Waarna de hoogwelgeb. heer jhr mr E. de Kuijper, andermaal het woord opvattede en zich nagenoeg aldus uitdrukte: „Alvorens deze plegtige vergadering te sluiten, blijft mij nog over U, mijne Heeren en Dames, dank te zeggen voor de belangstelling, waarvan gij heden wederom door Uwe opkomst hebt doen blijken, en welke voorzeker aangenaam is voor allen die ijveren tot instandhouding en uitbreiding eener inrigting, die wij als een der schoonste en heilrijkste in hare gevolgen mogen noemen; eene inrigting die den minvermogenden werkman in staat stelt zich in zijn vak te bekwamen, die den voor de kunst meer aanleg bezittenden jongeling de gelegenheid aanbiedt zich daarin al meer en meer te ontwikkelen; eene inrigting die tot beschaving van onze stad- en gewestgenooten, reeds veel heeft toegebragt en voorzeker nog zooveel kan toebrengen.”
      Alles werd opgeluisterd door de muziek der stedelijke Schutters-Harmonie, die zich bij tusschenpozen deed hooren.
      De tentoonstelling der bekroonde werken en van die welke het digtst bij de bekrooning zijn waardig gekeurd, werd na afloop der plegtigheid druk bezocht en het bleek daaruit andermaal op welk eene hoogte het onderwijs aan de koninklijke school geklommen is, en van hoeveel nut eene zoodanige kunstinrigting moet gewaardeerd worden.