De Preanger-bode/Jaargang 15/Nummer 203/Ochtend-editie/Caoutchouc-Industrie in Japan
‘Caoutchouc-Industrie in Japan’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Preanger-bode, dinsdag 26 juli 1910, Ochtend-editie, [p. 2]. Publiek domein. |
Caoutchouc-Industrie in Japan.
De belangrijke ontwikkeling van de japansche caoutchouc industrie blijkt uit een vergelijking van de invoercijfers voor ruwe caoutchouc. Deze bedroeg in 1909 lbs. 1,331,826, waarde £ 150,000, tegen lbs. 1,039,430, waarde £ 90,500 in 1908, lbs. 693,125, waarde £ 78,600 in 1907 en lbs. 608,728, waarde £ 59,800 in 1906.
Op de plotselinge stijging van den invoer van ruwe caoutchouc werd een belangrijke invloed geoefend, doordat de wielen der jinrikishas te Tokio en Yokohama algemeen van caoutchoucbanden worden voorzien. Mocht dit ook in de andere steden geschieden, dan zou de invoer in de volgende jaren nog belangrijk stijgen. De prijzen der caoutchoucbanden loopen naar gelang van de qualiteit zeer uiteen. De meeste banden worden tegenwoordig in Japan zelf vervaardigd; slechts weinig wordt uit het buitenland betrokken.
De fabrieken, welke banden leveren, vervaardigen ook zolen, banden en andere artikelen van caoutchouc. Er bestaan verschillende kleine fabrieken, vooral te Osaka, waar 10 à 15 arbeiders werken. De meeste caoutchouc wordt verbruikt door de fabrieken van electrisch geleiddraad en uitrustingstukken voor leger en vloot. Zoo houden twee maatschappijen zich alleen met de vervaardiging van waterdichte mantels en dergelijke artikelen voor de marine bezig.
Ruwe caoutchouc wordt geïmporteerd uit de Straits Settlements, Nederlandsch Indië, Groot-Brittannië en Amerika. Men heeft reeds proeven genomen met de caoutchouc-cultuur op Formosa, waar ook caoutchoucboomen in het wild voorkomen.