De Roermondenaar, Nieuws- en advertentieblad voor stad en land/Jaargang 1/Nummer 3/Staatkundig overzigt

Staatkundig overzigt
Auteur(s) Anoniem
Datum Zaterdag 19 januari 1856
Titel Staatkundig overzigt
Krant De Roermondenaar
Jg, nr [1], 3
Editie, pg [Dag], [1]
Brontaal Nederlands
Auteursrecht Publiek domein

Staatkundig overzigt.

      Het is ons tot heden toe nog onmogelijk iets bepaalds te kunnen aanstippen, strekkende tot het wegnemen der bestaande onzekerheid, aangaande de aan de orde van den dag zijnde vraag van vrede of oorlog: Naar luid van een Londonsch ministeriëel blad, weigert Rusland de eerste voorwaarde van het tweede punt, betreffende de regeling van de grensscheiding van Bessarabië aan te nemen; weigert Rusland de vijfde der gestelde voorwaarden, bij welke aan de bondgenooten het regt wordt toegekend om nog meer bepaalde vorderingen voor te dragen; neemt Rusland al het overige aan, met inbegrip van het onzijdig maken der zwarte zee, behoudens eenige wijziging, en stelt hetzelve voor, het afstaan van Kars en van het in Klein-Azië veroverde grondgebied tegen de ontruiming van de door de bondgenooten bezette plaatsen ;- Is Oostenrijk daarmede niet bevredigd, en zou, indien Rusland voor den 18 Januarij de voorstellen niet eenvoudig en in hun geheel had aangenomen, Graaf Esterhazij Petersburg verlaten.
      Het blijkt, dat het gedeelte van Bessarabië, ’t welk verlangd wordt, niet alleen ter verzekering van den beneden-Donau moet dienen, maar in de daad als een waarborg van het eerste punt, en als strekkende tot eene strategische verzekering van de veiligheid der vorstendommen. Tot dat einde zoude de linie van het afgetreden grondgebied zich uitstrekken van de aan de noordelijke spits van Bessarabië in de nabijheid van de Bukowina gelegene stad Chotijm, tot de zuidelijkste spits der russische provincie, langs de Pruth en het gebergte, ter lengte van circa 60 geographische mijlen.
      De Constitutionneel deelt een staatkundig vertoog mede, onder den vorm van een brief uit Weenen, hetwelk hoofdzakelijk de strekking hoeft om aan te toonen dat Beijeren en Saksen te Petersburg in geenen deele hebben beantwoord aan hetgeen men zich nog niet lang geleden in het westelijke Europa heeft voorgespiegeld van de officieuse tusschenkomst dezer beide staten. De Correspondent van het genoemde half-officieele orgaan rigt tot de duitsche Staten van den tweeden rang het verwijt, dat zij zich al te zeer door de pruissische staatkunde van den goeden weg laten afbrengen.
      Gisteren is de algemeene krijgsraad te Parijs voor de tweede maal vergaderd geweest. Tot dusver hebben, naar men vermeent, de werkzaamheden zich bepaald tot mededeelingen, aangaande de ter beschikking van elke der geallieerde mogendheden staande strijdkrachten.