De Stijl/Jaargang 2/Nummer 1/Manifest I van De Stijl, 1918

De Stijl, Jrg. 2, Nr. 1
(november 1918)

‘Manifest I van „De Stijl”, 1918’, ondertekend door Theo van Doesburg, Robt. van 't Hoff, Vilmos Huszár, Antony Kok, Piet Mondriaan, G. Vantongerloo en Jan Wils, p. 2-3.

1ière Manifeste de la revue d’art „Le Style”, 1918

Voor het auteurschap van dit manifest zie het artikel Manifest I van De Stijl op Wikipedia, kopje Geschiedenis en auteurschap

[ 2 ]MANIFEST I [1] VAN „DE STIJL”, 1918


1. Er is een oud en een nieuw tijdsbewustzijn.
Het oude richt zich op het individueele.
Het nieuwe richt zich op het universeele.
De strijd van het individueele tegen het universeele openbaart zich, zoowel in den wereldkamp als in de kunst van onzen tijd.
2. De oorlog destructiveert de oude wereld met haar inhoud: de individueele overheersching op elk gebied.
3. De nieuwe kunst heeft naar voren gebracht hetgeen het nieuwe tijdsbewustzijn inhoudt: evenwichtige verhouding van het universeele en het individueele.
4. Het nieuwe tijdsbewustzijn staat gereed zich in alles, ook in het uiterlijke leven te realiseeren.
5. Traditie, dogma’s en de overheersching van het individueele (het natuurlijke) staan deze realiseering in den weg.
6. Daarom roepen de grondleggers der nieuwe beelding allen, die in de hervorming der kunst en kultuur gelooven op, deze hinderpalen der ontwikkeling teniet te doen, zóó als zij in de nieuwe beeldende kunst — door natuurlijken vorm op te heffen — hebben te niet gedaan, hetgeen de zuivere uitdrukking der kunst, de uiterste consequentie van alle kunstbegrip belemmert.
7. De kunstenaar van heden hebben, gedreven door éénzelfde bewustzijn over de geheele wereld, op geestelijk terrein deelgenomen aan den wereldkamp tegen de overheersching van het individualisme, de willekeur. Zij sympathiseeren daarom met allen, die, hetzij geestelijk of materieel strijden voor de vorming van een internationale eenheid in Leven, Kunst en Kultuur.
8. Het orgaan „De Stijl”, dat zij met dat doel hebben opgericht, tracht bij te dragen de nieuwe levensopvatting in het licht te stellen. Medewerking van allen is mogelijk door:
9. I. Als blijk van instemming, toezending (ter Redactie) van uw naam (volledig), adres, beroep. [ 3 ]
II. Bijdragen in den uitgebreidsten zin (kritische, filosofische, architectonische, wetenschappelijke, literaire, muzikale enz. alsmede reproductieve) voor het maandblad „De Stijl”.
III. Overzetting in andere talen en verspreiding van de denkbeelden gepubliceerd in „De Stijl”.

Handteekeningen der medewerkers:
THEO VAN DOESBURG.
ROBT. VAN ’T HOFF.
VILMOS HUSZAR.
ANTONY KOK.
PIET MONDRIAAN.
G. VANTONGERLOO.
JAN WILS.


  1. Dit manifest zal, zoodra het verkeer met het buitenland weer hersteld is, afzonderlijk, in een groote oplaag vanuit de verschillende kunstcentra in het buitenland worden verspreid.Red.

Overige vindplaatsen

bewerken
  • Anoniem (26 november 1918) ‘Tijdschriften’, Algemeen Handelsblad, Avondblad, p. 9.
  • Anoniem (30 november 1918) ‘Een Manifest’, De Opmerker, 53e jaargang, nummer 48, pp. 377-379.
  • J.P.M. (18 januari 1919) ‘Manifest van „De Stijl”, 1918’, Bouwkundig Weekblad, 40e jaargang, nummer 3, pp. 17-18.
  • Lb. (27 maart 1919) ‘Uit de Tijdschriften’, De Nederlander, [p. 4].
  • Ad Petersen (red.; 1968) De Stijl [deel] 1. 1917_1920. Complete Reprint 1968, Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, p. 236-237.