De Stijl/Jaargang 4/Nummer 11/Nacht

Ka­zer­ne­ka­mer De Stijl, Jrg. 4, Nr. 11
(november 1921)
Anthologie-Bonset

‘Nacht’ door I.K. Bonset, p. 168.

Trein

[ 168 ]NACHT

Een zwarte aarde
waarboven en
rondom ’n
tuin
met diamanten bloemen
glom, —
Waar perken waren
dicht bestrooid
besprenkeld en
besproeid
met glinsterend zaad, —
een stille nacht
bewegingsloos en
zonder kleuren
waarin het wonder
der ontelbaarheid
onpijlbaarheid
in sterrenschrift
geschreven staat.

Zoo’n nacht is dit.

Een zichtbaar
stuk muziek
van zwart en wit, —
’n nacht waarin
de stilte
als 'n oceaan
dàn suist
dàn bruist
dàn zingt
of zoemt
gelijk ’n bij
die zweeft
voorbij
’t oor

Hoort! Hoort!

zoo’ n nacht is dit.

Een zwarte aarde.
’n Stille nacht.
’n Menschelijk brein.
’n Menschelijk hart.
’n Denkend brein.
Wit.
Zwart.
Wit.
Zwart.
Wit-Zwart.
Zwart-Wit.
Komen.
Vergaan.
Komen.
Vergaan.
Groot.
Klein.
Groot.
Klein.
Wat is dit?
Wat is dat?
Wat is hier?
Wat is daar?
Dag.
Nacht.
Dag.
Nacht.
Dag.
Nacht.
Een stille nacht
waarin op eens
’n slapend zwijn
geluiden
van gelijke lengte
en kleur
met diepen
diepen bas
uitstaat.

De aarde bromt.
De hemel zingt.
De aarde zwart.
De hemel wit.
De mensch in grauw

Zoo ’n nacht is dit.

(1915)

Overige vindplaatsen

bewerken
  • Ad Petersen (1968) De Stijl. 2. 1921_1932. Complete Reprint 1968, Amsterdam: Athenaeum, Den Haag: Bert Bakker, Amsterdam: Polak & Van Gennep, 1968, p. 138.
  • Els Hoek (red.; 2000) Theo van Doesburg. Oeuvrecatalogus, Bussum: Uitgeverij Thot, ISBN 9068682555, p. 671.