KUNST EN LETTEREN.
R. K. Kunstenaarscongres.
(Men zie voor het congresverslag ons Tweede Blad).
De Tentoonstelling.
Op een zeer gelukkige wijze is hedenmiddag, de leidende gedachte der organisators tot uiting gebracht: ter kennis van een ieder te brengen den kunstzinnigen arbeid van de werkende leden van „De Violier“.
Langs de wanden der groote tentoonstellingszaal in het Panorama-gebouw waren de schilderijen en teekeningen en de foto’s naar bouwkundige werken gehangen, waar ook de werken der beeldhouwers en kunstnijveren geplaatst. En tijdens de opening werden de composities der musici door werkende leden uitgevoerd, werden de dichtwerken van dichteressen en dichters ten gehoore gebracht. In het midden van de zaal, tegenover het podium voor de musici, verheft zich het gipsmodel van de beeltenis van het „Violier“-eerelid de heer P. J. H. Cuypers in opdracht der gemeente Roermond bij gelegenheid van ’s meesters 90en jaardag ontworpen door diens kleinzoon Michel Cuypers, wiens eigene talent hier ook in ander werk valt te waardeeren als in de meubelen zien geëxposeerd en in re strenge religieuze beelden voor altaar en graf, voor kerk en woonkamer. Gaan wij geleidelijk de zaal door, dan valt ons oog verder op het ongemeene drukwerk door Leo Kortenhorst ontworpen en op de fijne etsjes van Amiens, door hem gegrift.
Kees Dunselman stond stond studiewerk van zijn staties in de werk van O. L. Vr. van den H. Rozenkrans af: zie vooral naar de figuren der Schriftgeleerden.
K. P. Tholens zond een fraai ontwerp voor een oude liedengesticht met foto’s van bezienswaardige bouwwerken door hem tot stand gebracht. Van Jos Bekkers is er tweeledige arbeid: bouwontwerpen en ontwerpen voor paramenten door Anny en Josina Bekkers uitgevoerd
Een vlot en vaardig teekenaar, die iets te zeggen heeft, vooral als hij portretteert, is Bernard van Vlijmen
Van Antoon Molkenboer’s arbeid moet vooral de fijne afbeelding eener zieke oude vrouw aandachtig bezichtigd worden.
Uit H. Fermins’ ateliers is er voorbeeldig werk: allereerst te noemen het door architect A. J. Kropholler ontworpen kerkelijk kunstwerk als monstrans, crusifix, kandelaars, wijwateremmer, enz. Dan zien we foto’s van het ornaat voor het Dominicanerklooster te Zwolle vervaardigd (teekenwerk van C. Messmer).
Teer en pretentieloos, als een poeëem zoo is de kinderbeeltenis door C. A. Smout van zijn kindje in steen geegven. Kracht geeft hij daartegen in „Ugoline“, détailstudie voor een brons uit l’Inferno. Bezienswaard zijn ontwerp voor een tympans in de kerk van O. L. Vr. van den H. Rozenkrans.
Met werk van Gerhard B. F. Jansen maken wij kennis door afbeeldingen en ontwerpen van kerkramen, altaren, enz.
Een verblijding ook voor de grooten is het door Phemia Molkenboer met zooveel zin voor lijn, en kleur vooral, ontworpen speelgoed uit de „Olanda-speelgoedfabriek“. Zoo’n poppenwiegje doet prachtig, zoo’n kleedje spreekt van bloemenkleuren-weelde als Gezelle dichtte: „Mij spreekt de blomme een tale“.
Dan naderen wij de schilderingen van Jan Dunselman, voorstudies van zijn jongste schilderingen in de H. Nicolaas, alhier, benevens verpoozingswerk van al zeer bijzonderen aard: afbeeldsels zijner kinderen, een liefde voor landschap, bloem of plant. De kleur der vruchten van dat zeer kleine paneeltje gaat ons niet gauw uit het geheugen. In zijn volle kracht als Christelijk kunstenaar toont hij zich in een schildering van allerjongsten datum: „Bona Cuncta Posce“.
Vervolgens gaan wij langs de ontwerpen van Jos. Cuypers voor de kerk te Dongen, langs het werk van diens zoon, Pierre Cuypers (ontwerpen voor woningen van woningbouwvereenigingen) langs werk van Ed. Cuypers en Paul de Jongh, naar de beeltenis van dr. P. J. H. Cuypers terug.
|