STEDELIJK MUSEUM MAASTRICHT
Negen Limburgsche Jongeren
In het Stedelijk Museum aan het Vrijthof te Maastricht exposeeren de negen Limburgsche Jongeren P. Coenen, Jan Hul, Math. Hul, P. Kromjong, Hub. Levigne, J. van de Port, J. Scheffers, H. Schoonbrood en P. Windhausen.
Het oeuvre van elken inzender is er bijeen gerangschikt, zoodat men makkelijk ontvankelijk wordt voor elk afzonderlijk karakteristiek. Een typeerend verschijnsel biedt het meer dan honderdtal werkstukken, verdeeld over de drie beneden- en drie bovenzaaltjes van het museum, een dichtend zoeken naar lichtende colorieten, een zich vreugdevol ontlasten van den versoberden kleurtoon, eigen aan de werken onzer rijpere Limburgsche kunstenaars.
Twee jaren geleden exposeerden de negen jongeren voor het eerst. Dat toen de doeken van Jonas, Eyck en anderen niet geheel en al vreemd waren aan de aspiraties der jongeren staat buiten kijf. Thans echter zyn hun inspiraties anders ingesteld. En hierin moge waardeering te putten zijn voor hun werk, dat niet schroomt vervolmaakte techniek en beheersching van het materiaal der schoonheid dienstbaar te maken.
Al zou critischer schifting het aantal der doeken licht verminderd hebben tot wellicht de helft van het ruime honderdtal, ook zonder dit heeft de zeer drukke belangstelling voor deze tentoonstelling allen zin.
Want kwistig hebben de jongeren er hun knapste werken neergehangen, werken welke voornamelijk voor Jan Hul, Hub. Levigne, J. Scheffers en H. Schoonbrood toekomst beloven.
En hier merken wij met bijzondere voorliefde aan de van groote kwaliteiten getuigende kopergravure van Levigne „St. Jodocus de Pelgrim”, benevens de Dostojewski-illustraties van Jan Hul, welke in hun zwart-wit techniek wondere staaltjes van bewogenheid zijn.
B.
|