De Volks-Missionaris/Jaargang 35/De nieuwe Sint-Gerarduskalender
‘De nieuwe Sint-Gerarduskalender’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit De Volks-Missionaris, jrg. 35 (1913), p. 353-354. Publiek domein. |
De nieuwe Sint-Gerarduskalender.
In weerwil van den zwaren druk dezer tijden, zijn wij er toch in geslaagd den nieuwen Sint-Gerarduskalender gereed te krijgen. Dat wij dien, evenals de vorige jaren, gratis en postvrij aan al onze inteekenaren kunnen aanbieden, vindt daarin zijn oorzaak, dat zij schier allen ons getrouw zijn gebleven. Een ieder toch begrijpt gemakkelijk, dat wij de aanzienlijke kosten van zulk een kalender niet zouden kunnen bestrijden, indien wij niet gesteund werden door het groot aantal onzer inteekenaren.
Het nieuwe schild is een meesterstukje van den kunstenaar Albin Windhausen te Roermond, en stelt een mystiek, maar tevens zeer leerzaam feit uit het leven van den grooten wonderdoener voor. Wij zien een gedeelte van den voorgevel van het klooster te Caposele, waar de H. Gerardus in de laatste jaren van zijn leven portier was en de aalmoezen aan de armen mocht uitdeelen. Dat er voortdurend behoeftigen aan de poort waren, mannen en vrouwen en kinderen, en dat zij allen door den goeden Broeder geholpen werden, behoeft niet gezegd. Op zekeren dag nu was onder hen ook een blinde man, die met fluitspelen den kost moest verdienen.
„Speel ons een wijsje,” verzocht hem de Broeder.
„Welk lied wilt ge?” vroeg de blinde.
„Speel ons dan het:
Uwen wil, en niet den mijnen, Wil ’k alleen in U, mijn God! |
Dit was een zeer bekend volkslied van den H. Alfonsus.
Aanstonds greep de straatkunstenaar zijn fluit en liet de schoone melodie hooren. En Gerardus geraakte onder den indruk dier verheven woorden; hij zingt aanvankelijk mede, maar weldra zwijgt hij, oogen en handen heft hij ten hemel, en wordt eindelijk in geestverrukking van den grond opgetogen. Zoo blijft hij schouwend zweven, terwijl de armen vol verbazing hem aanstaren.
Aan die liefde voor Gods H. Wil, aan die volkomen onderwerping aan Gods beschikking moge de Kalender ons dit jaar dagelijks herinneren. Wat ons in 1915 ook overkome, het komt ons door Gods wil of toelating: laten [ 354 ]wij vertrouwvol en kinderlijk alles van God hopen en ons in alles aan Hem onderwerpen. Hij, onze Vader, wil niets anders dan het geluk zijner kinderen. Daarom zij Gerardus’ en Alfonsus’ lied ook geheel dit jaar het onze:
Uwen wil, en niet den mijnen, Wil ik slechts in U, mijn God! |
Die bemoedigende waarheid zullen wij ook in den nieuwen jaargang van De Volksmissionaris aan U, onze Lezers, voorhouden. In verklaring en brief en verhaal en gedicht en kortere stukken zullen wij U toonen: al mogen de tijden droevig zijn en de zorgen zwaar, God, onze Vader, kan en wil en zal ons steeds behoeden.
Blijft dan trouwe lezers van dit tijdschrift; neemt het elke maand ter hand, het zal U goed doen. Ieder onzer toch heeft geestelijke bemoediging noodig, nog meer dan stoffelijken steun; ieder onzer ook moet dikwerf herinnerd worden aan het groote woord:
Eeuwig gaat voor oogenblik;
dat zal ons helpen om manmoedig het nieuwe jaar in te gaan en alles zoo te gebruiken, dat het nuttig zij voor onze ziel.
Moge de H. Gerardus, de groote wonderdoener onzer eeuw, door zijne machtige voorbede die gunst voor al onze Lezers verwerven.