Eenzame liedjes/Op de avondhei
← De dijk | Eenzame Liedjes (1906) door C.S. Adama van Scheltema | Ach waar ik ga — — → |
Uitgegeven in Rotterdam door W.L. & J. Brusse. |
XVII.
OP DE AVONDHEI.
De avondwind rilt door de heide,
Het late licht woelt hij bloot —
Hij waait lichtende over die wijde
Gewelfde schoot.
Het waait zwijgende, zonder leven,
De avond glanst over den grond —
De stralende halmen die beven
In de avondstond.
Zij vast onze ziel als een heuvel,
Maar licht als een pluim in den wind: —
Al wat 's levens lichtende vleugel
Daar bloeiend op vindt!