Eerste Oogst/Luchtgevecht
← Wakker worden | Eerste Oogst (1912) door Carel Steven Adama van Scheltema | Stadsklokken → |
Uitgegeven in Rotterdam door W. L. en J. Brusse. |
[ 9 ]
IX.
LUCHTGEVECHT.
De zon die blaast een lustige schalmei
En stuurt haar lichten troep den wolken tegen,
De steigerende luchten schoon te vegen, —
De witgebolde vijand schaart zijn rij.
En stuurt haar lichten troep den wolken tegen,
De steigerende luchten schoon te vegen, —
De witgebolde vijand schaart zijn rij.
De wind pijpt op zijn doedelzak de zege,
Bestormt de luchtkasteele' aan alle zij,
En jaagt zijn koppels 't vlugge licht aan lij, —
Het is één strijd, één tintelend bewegen.
Bestormt de luchtkasteele' aan alle zij,
En jaagt zijn koppels 't vlugge licht aan lij, —
Het is één strijd, één tintelend bewegen.
't Schaatrend gevecht vervult de hemelgaarde, —
Daar breidt het gouden licht zijn flanken uit,
En spranklend buitlen beî op lachende aarde —
De daverende zon neemt heel den buit!
Daar breidt het gouden licht zijn flanken uit,
En spranklend buitlen beî op lachende aarde —
De daverende zon neemt heel den buit!
Zoo breekt mijn lichte geest de laatste wolken,
Zoo komt een blij geluk mijn ziel bevolken.
Zoo komt een blij geluk mijn ziel bevolken.