Hier zijn wij te zamen om leutig te doen

Sa broederkens "Ergo Bibamus!"

De glazekens lachen, toe geeft z' enen zoen

En hertlijker "Ergo Bibamus!"

Dat is nu het eerste en enige woord,

Dat past in 't begin en het past immer voort

De lustige echo van 't feestelijk oord,

Het heerlijke "Ergo Bibamus!"(BIS)


Ons hart is nog jong en ons lied klinkt nog hel,

Ons feestelijk "Ergo Bibamus!"

En moeten we scheiden, als laatste vaarwel

Zo blijve het ons "Ergo Bibamus!"

Dat woord zal ons steunen in werk en in strijd

Ons weer doen herdenken het oude jolijt,

De vrolijke vrienden uit vroegeren tijd

Die 't zongen, ons "Ergo Bibamus!"(BIS)


En komen wij ooit naar de Hogeschool weer

En zingt men nog "Ergo Bibamus !"

Dat 't dreunt door de straten lijk 't dreunde weleer,

Vol geestdrift ons "Ergo Bibamus!"

Dan komt ons verfrommelde pet uit de zak

En 't oude verrompelde lint op den frak

En samen met schachten in splinternieuw pak,

Herhalen we 't "Ergo Bibamus!"(BIS)

Afkomstig van Wikisource NL, de Vrije Bron. "https://nl.wikisource.org/w/index.php?title=Ergo_bibamus&oldid=135220"