Fragmenten van Heraclitus van Efeze/DK 22 A 5 – DK 22 A 9

HERACLITUS. TESTIMONIA. (Groep DK 22 A 5). Over het vuur als oerbeginsel

  1. Simplicius zegt: Volgens Hippasus van Metapontus en Heraclitus van Efeze is [het zijnde] één en overal hetzelfde, maar ook stromend en begrensd. Het vuur verhieven zij echter tot oerbeginsel van alles, en uit vuur lieten zij alles dat bestaat voortkomen, mamelijk door verdunning en verdichting, en zij lieten dit wederom in vuur ontbinden. Dit oorspronkelijke grondbeginsel is in wezen enkelvoudig van aard: "want het vuur is een ruilmiddel", zegt Heraclitus, "voor alles" (vlg. fg. DK 22 B 90). De laatstgenoemde liet voorts de orde en het tijdsverloop der kosmische wisselingen voortvloeien uit een noodzakelijkheid die tevens het noodlot is.
  2. Aëtius zegt: Volgens Heraclitus en Hippasus is het oerbeginsel van alles het vuur: want uit vuur ontstaat alles en in vuur vindt alles zijn einde. Immers, in de eerste plaats zullen de uit grovere elementen bestaande delen van dit vuur in zichzelf samentrekken, zodat er aarde ontstaat. De aarde, eenmaal door de natuurlijke werking van het vuur verslappend, brengt water voor. Als het [laatstgenoemde] verdampt ontstaat er lucht. Wederom zal echter de kosmische ordening en het [materiële] lichaam van alles door toedoen van het vuur ontbonden worden in de periodieke wereldbrand (ekpurosis).
  3. Gelenus zegt: Zij die zeggen dat het vuur het grondbeginsel is, spelen dit op dezelfde manier klaar. Uit het samenkomen en verdichten van het [vuur] ontstaat namelijk lucht. Als dit proces zich verder voortzet, ontstaat er door een nog krachtigere samenpersing water. Als dit echter nog sterker verdicht, wordt het aarde.