Gebruiker:Beste (mede-)lezers/gedeelde kopie
Gedeelde kopie
bewerkenVertaald uit het engels, naar Robin Kinross [1]
Typografie gaat over talen gedupliceerd, in meerdere kopieën, op een materiële ondergrond. Hier kan men in een kader afbeeldingen en tekst vermenigvuldigen. En bij de tekst kan men ook afbeeldingen en dergelijke toevoegingen. De exacte herhaling van informatie is de definiërende eigenschap van vermenigvuldigde tekst, en dat is missende bij geschreven tekst. De historische toevoeging van deze opvatting is bijzonder grondig gemaakt door William M. Ivins in zijn *Prints and visual communication* en door Elizabeth Eisenstein in haar *The printing press as an agent of change*. Als drukken niet, zoals Eisenstein soms lijkt te suggereren, de hefboom van de veranderingen in de historie van de vijftiende en de zestiende eeuw in Europa was, was het zeker een fundamentele factor in de veranderingen die toen plaatsvonden. Het gedrukte schrift zou voor het eerst zorgen voor de vastgelegde en verantwoordelijke betekenis voor het verspreiden en delen van kennis. Wetenschap en technologie konden ontwikkelen, ideeën konden worden verspreid en herzien. Met een stabiele en overeengekomen tekst voor discussie, kon een kritische cultuur ontstaan. Beredenering had een ferme basis op welke kon worden te werk gegaan.
De benadrukking van historicus van gedrukte cultuur, zoals Eisenstein, heeft neiging tot boeken, deels waarschijnlijk voor de mondaine reden dat het deze drukwerken zijn die overvloedig overleefden. Het is zeker moeilijker voor historici om kranten of affiches te bestuderen: het is moeilijker om overgebleven kopieën te lokaliseren en om hun gevolgen te overzien. Het is deze branche van de geschiedenis die bekend werd als 'de geschiedenis van het boek'. Een boek wordt, zeer karakteristiek, gelezen door één persoon tegelijk, en vaak zal deze persoon alleen zijn. Men kan deze verschijning benaderen door de praktijk te herroepen —nu aan het verminderen— het hard op lezen in kerken, scholen en andere instituties, en in het huis. Teksten worden ook solo gelezen in publieke ruimtes: in de bus, in het park en in bibliotheken. Dus heeft lezen een visuele en duidelijk voorgekomen sociale dimensie. Maar zijn echte en misschien realistischere dimensie ligt in het lezen dat gebeurt wanneer men een drukwerk grijpt en zijn markeringen in betekenis vertaald. De pagina —het zou ook een andere vorm van weergave kunnen zijn— is de overeengekomen grond waar mensen kunnen ontmoeten. Ze kunnen groots worden verspreid in ruimte en tijd, onbekend en onbereikbaar voor elkaar. Het is ook mogelijk dat men elkaar wel kent, en later samenkomt om het lezen van de tekst te bediscussiëren. Dan kan de sociale dimensie van de tekst een groep van mensen rond een tafel worden, wijzend naar de tekst, ervan quoterend, discussiërend en beredenerend.
Een tekst is geproduceerd door schrijvers, redacteurs en drukkers. Met geluk, als men hun hoofden er over buigt, kunnen ontwerpers ook ergens een rol in dit geheel vinden. De tekst is samengesteld, getest, gecorrigeerd, misschien gelezen en dan verder gecorrigeerd. Dan wordt het vermenigvuldigd en gedistribueerd. Uiteindelijk wordt het dan op zichzelf gelezen maar ook in gemeenschap, om betekenis te delen.
Het thema van de taal als het bezit van een samenleving is ontwikkeld door Benedict Anderson in de lijn van zijn boek *Imagined Communities*. Dit boek is een van de handvol van generale werken over het verleden en politiek die vredelievend jegens typografen zou moeten zijn want het gaat over drukken, het drukken is zelfs het hart van Anderson's scriptie. In een hoofdstuk zwaait Anderson samen met de opkomst van kapitalisme, de verspreiding van het printen, de historie van de talen en de origine van het nationale bewustzijn. Arbitrariteit is bekend. Hij schrijft over alfabetische talen, tegenover ideografische: "De arbitrariteit van welk systeem van tekens voor geluiden dan ook faciliteren het bijpassende proces." Maar, anders dan de post-structuralisten, stopt hij hier niet. "Niets serveert om 'samen te stellen' relateert groepstalen meer dan kapitalisme, welke, binnen de limieten voorgesteld door grammatica en syntaxis, mechanisch vervaardigde druktalen, capabel van het verspreiden in de markt. "Maar dit is niet een reproductieve rekening van enkel kapitalistische exploitatie." Anderson continueert: "Deze druktalen hebben de basis gelegd voor het nationale bewustzijn... ze creëren samengestelde velden van uitwisseling en communicatie beneden Latijns en boven de gesproken groepstalen. Sprekers van de verschillende Franse, Engelse en Spaanse, die het moeilijk of zelfs onmogelijk zullen vinden om elkander te verstaan in conversatie, zijn capabel geworden om te elkaar te verstaan via print en papier. In het proces zijn ze langzamerhand bewust geworden van honderdduizenden, zelfs miljoenen mensen in hun specifieke taal veld, en dat alleen die honderdduizenden, miljoenen, hun taal zo eigen zijn. Deze lezers, met welke ze verbonden waren door print, vormden in hun seculair, bijzonder, visuele onzichtbaarheid, het embryo van het nationale voorgestelde gemeenschap.
Het is mogelijk dat deze ingebeelde gemeenschap moeilijk te begrijpen voor sommige mensen; In het bijzonder als ze in een van de samenlevingen van de dominante talen van de wereld wonen. Maar zelfs in de engels sprekende metropolis, waar deze woorden geschreven worden, kan het begrepen en gevoeld worden. Griekse, Italiaanse en Ierse kranten worden verkocht in kiosken in deze buurt, serveren hun lezers hier als leiders of levenslijnen vanuit de grotere sferen van hun taalkundige culturele samenleving. Dit zal enkel sommige gevallen omschrijven, waarschijnlijk voor oudere lezers. Voor de anderen van deze gemeenschap, en voor ons ook — de Engelse sprekers — is de lokale krant de plek waar men samenkomt, waar men de buurt doorleest. De activiteit van lezen, zoals Benedict Anderson het brengt, kan plaatsnemen 'in het hol van de schedel', maar heeft zijn eigen sociale aanhangsel. Men leest altijd in overeenkomst, met mede-lezers.
- ↑ Kinross, Robin: Fellow Readers. Notes on multiplied language. Hyphen Press, London 1994.