Gezelle/De sperretakken

Sambucus Nigra L. Laatste verzen (1901) door Guido Gezelle

De Sperretakken

Bignonia catalpa L.
Uitgegeven in Antwerpen — Gent door De Nederlandsche Boekhandel.

[ 76 ]


De sperretakken staan, nabij
den boom, alsof hun' blâren
gestorven, over langen tijd,
aan jeugd en jonkheid waren;
maar, al zoo zaan de zomer komt,
herzie ‘k hun verste vingeren
met jeugdig groen en zappigheid
den ouden boom omslingeren.

Nog winter is ‘t, men zeggen zou,
omtrent het bol; en, neven
het bol, zijn zwart de takken, die
maar tendenwaards en leven:
het oude draagt het nieuwe, dat
nog jong is; maar, van dagen
ook oud geworden, beurtelings,
zal ‘t oude ‘et nieuwe dragen.
[ 77 ]

Op de ouden blijft gesteund, en zijt
voorzichtig, jonge spranken;
‘n laat u niet verleiden, om
te vroeg u vrij te danken
van ‘t oude: uit de oude grauwte van
de schiergestorven boomen
zal nieuwgeboren schoonheid eens,
en sterkte, henenstroomen.

30/5 '97.