Gezelle/Doce nos orare
< Gezelle
← Het manelicht | Rijmsnoer om en om het jaar (1897) door Guido Gezelle | Vigilate et orate → |
Uitgegeven in Rousselaere door Jules de Meester. |
[ 241 ]
DOCE NOS ORARE
BIDDEN en gebeden lezen,
dat is twee. na mijnen zin;
't een heeft God genietend wezen,
't ander niet als arbeid in.
dat is twee. na mijnen zin;
't een heeft God genietend wezen,
't ander niet als arbeid in.
Mochte 't altijd bidden wezen,
als ik mijn gebeden doe:
nooit en ware ik moegelezen,
nooit en wierde ik biddensmoe.
als ik mijn gebeden doe:
nooit en ware ik moegelezen,
nooit en wierde ik biddensmoe.
Wilt mij hulpgebiedig wezen,
leert mij bidden, gij, o God:
immers, bidden wel, maar lezen
'n gebiedt mij uw gebod.
leert mij bidden, gij, o God:
immers, bidden wel, maar lezen
'n gebiedt mij uw gebod.
Gij hebt zelf mij, uitgelezen
Leeraar, in den hof geknield,
willen lesse en voorbeeld wezen,
eer ge in 's vijands vuisten vielt.
Leeraar, in den hof geknield,
willen lesse en voorbeeld wezen,
eer ge in 's vijands vuisten vielt.
Laat mij wel uw lessen lezen,
wel uw voorbeeld gadeslaan,
Heere, en neerstig doende wezen
't geen gij mij hebt voorgedaan!
wel uw voorbeeld gadeslaan,
Heere, en neerstig doende wezen
't geen gij mij hebt voorgedaan!
2/2/'96.