Gezelle/Overal en allenthenen

Overal en allenthenen door Guido Gezelle
Uit XXXIII Kleengedichtjes

Overal en allenthenen,
waar de snelle wagenschenen
voeren van het stoomgerid,
gaan de vierige asemjachten
van de ontgloeide waterkrachten
vergen dat men God aanbidd';
immers Hij is ‘t die den tijd en
die de ruimt' heeft uit doen wijden;
Hij die beider pale en perk
houdt genaderd en gebonden,
in de diepheid zonder gronden
van ‘t verstandig menschenwerk!


Guido Gezelle
(juni 1880)