Gorter/De boomen waren stil
< Gorter
← In de zwarte nacht is een mensch aangetreden | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | De heide is maar stil → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 17 ]
De boomen waren stil,
de lucht was grijs,
de heuvelen zonder wil
lagen op vreemde wijs.
de lucht was grijs,
de heuvelen zonder wil
lagen op vreemde wijs.
De mannen werkten wat
rondom in de aard,
als groeven ze een schat,
maar kalm en bedaard.
rondom in de aard,
als groeven ze een schat,
maar kalm en bedaard.
Over de aarde was
waarschijnlijk alles zoo,
de wereld en 't menschgewas
ze leven nauw.
waarschijnlijk alles zoo,
de wereld en 't menschgewas
ze leven nauw.
Ik liep het aan te zien
bang en tevreden,
mijn voeten als goede lien
liepen beneden.
bang en tevreden,
mijn voeten als goede lien
liepen beneden.