Gorter/Gij staat zoo heel, heel stil

[ 31 ]


Gij staat zoo heel, heel stil
met uwe handen, ik wil
u zeggen een zoo lief wat,
maar 'k weet niet wat.

Uw schoudertjes zijn zoo mooi,
om u is lichtgedooi,
warm, warm, warm — stil omhangen
van warmte, ik doe verlangen.

Uw oogen zijn zoo blauw
als klaar water — ik wou
dat ik eens even u kon zijn,
maar 't kan niet, ik blijf van mijn.

En ik weet niet wat 't is wat
ik u zeggen wil — 't was toch wat.