Gorter/Het is weebleekerig grijs
< Gorter
← De heide is maar stil | Verzen van Gorter (1890) door Herman Gorter | Een kind dat altijd verlangt → |
Uitgegeven in Amsterdam door W. Versluys. |
[ 19 ]
Het is weebleekerig grijs,
het regent wat,
de wind zingt een arme wijs,
de daken zijn nat.
het regent wat,
de wind zingt een arme wijs,
de daken zijn nat.
Menschen gaan langzaam aan,
noemen het werken,
ernstig dagelijks gaan
zonder te merken.
noemen het werken,
ernstig dagelijks gaan
zonder te merken.
O, om een lichte bleeke meid
die nu opbloeie,
wat weeïge leleiheid
mij, warme, moeie.
die nu opbloeie,
wat weeïge leleiheid
mij, warme, moeie.