Grondwet van Suriname/Hoofdstuk 16
← Hoofdstuk 15. Justitie | Grondwet van Suriname (1992) door Surinaamse Overheid | Hoofdstuk 17. Adviesraad → |
HOOFDSTUK XVI
TOEZICHT OP DE BESTEDING VAN DE STAATSFINANCIËN
Artikel 149
1. Bij wet wordt ingesteld een orgaan dat tot taak heeft toezicht uit te oefenen op de besteding van de staatsgelden, alsmede controle op het geldelijk beheer van de overheid in de ruimste zin.
2. Het toezicht en de controle zullen worden uitoefend zowel op de rechtmatigheid als de [ 36 ]doelmatigheid van de besteding en het beheer van de staatsfinanciën.
Artikel 150 [1]
De voorzitter, de onder-voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden worden op voordracht van De Nationale Assemblée, door de President benoemd voor een periode van vijf jaren.
Artikel 151
Het in artikel 149 bedoelde orgaan zal periodiek, doch ten minste eenmaal per jaar verslag uitbrengen aan De Nationale Assemblée, de Staatsraad en aan de Regering van het door haar uitgeoefend toezicht.
Het verslag wordt openbaar gemaakt.
Artikel 152
Alles wat verder de samenstelling, de organisatie en de bevoegdheden van dit orgaan betreft, wordt nader bij wet geregeld.
- ↑ Gew. bij S.B. 1992 no.38.