Grondwet van Suriname/Hoofdstuk 27
← Hoofdstuk 26. Verenigde volksvergadering | Grondwet van Suriname (1992) door Surinaamse Overheid |
HOOFDSTUK XXVII
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
EERSTE AFDELING
VROEGER CONSTITUTIONEEL RECHT
Artikel 182
De bepalingen van de Grondwet van 25 november 1975, waarvan de werking op 13 augustus 1980 is geschorst, houden op te bestaan bij het in werking treden van deze Grondwet.
TWEEDE AFDELING
VROEGER GEWOON RECHT
Artikel 183
De wettelijke regelingen, zoals die bestonden voor het in werking treden van deze Grondwet, waaronder begrepen de wetten en decreten die vanaf 25 februari 1980 zijn uitgevaardigd, blijven van kracht, totdat zij door andere volgens deze Grondwet zijn vervangen, met bepaling dat zij, voor zover zij inhoudelijk in strijd zijn met de Grondwet, niet later dan aan het einde van de eerste zittingsperiode van De Nationale Assemblée met deze Grondwet in overeenstemming moeten zijn gebracht, bij gebreke waarvan zij hun rechtskracht verliezen. [ 45 ]
DERDE AFDELING [1]
INWERKINGTREDING VAN DE STAATSORGANEN
Artikel 184
1. De Nationale Assemblée vangt haar werkzaamheden aan binnen 30 dagen na de uitslag van de verkiezing.
2. De Nationale Assemblée kiest de President en de Vice-President van de Republiek Suriname binnen 30 dagen na de aanvang van de zittingsperiode van De Nationale Assemblée.
Artikel 179 [2]
Vervallen.
VIERDE AFDELING [3]
BEKRACHTIGING, BEKENDMAKING EN INWERKINGTREDING
Artikel 186
1. De Grondwet van de Republiek Suriname heeft als dagtekening de datum van het referendum waarbij haar goedkeuring door het Surinaamse volk plaatsvond.
2. Het besluit waarbij de Grondwet door het Surinaamse volk is goedgekeurd, wordt bekrachtigd door de President en plechtig afgekondigd, niet later dan 30 dagen na haar goedkeuring.
3. De Grondwet treedt alzo in werking op 30 oktober 1987.