Heinrich Witte-Wandelgids Bennekom (1902)/17

[ 89 ]
 

XVII. NAAR EDE.

 

Niemand, die eenige dagen te Bennekom verblijft, verzuime een bezoek te brengen aan het van ouds, vooral om de in de nabijheid staande bosschen van Graaf Bentinck van den huize Weldam, te Goor, zoo gunstig bekende dorp Ede, hetzij men zich bepale tot een wandeling heen en terug, of tevens een vluchtig bezoek brengt aan het Ederbosch en den Paaschberg.

Om nu de wandeling niet al te groot te maken, gaan we per tram naar 't station en wandelen van daar naar Ede, waar een goed half uur mede gemoeid is. 't Is een aangename, goeddeels beschaduwde straatweg, meest tusschen riante villa's. In het dorp bij het tolhek gekomen, gaan we den Arnhemschen straatweg op, tot we aan een bruggetje over een geul komen, dat we overgaan om dan linksaf, vervolgens rechts, daarna weer linksaf te wandelen, tot we aan een koepel komen. We zijn hier op den Paaschberg, en hebben een zeer fraai gezicht naar beneden op het dorp. Hier zien we een weg die naar beneden, recht op de kerk aanloopt. Gaan we dien af, dan komen we naast de kerk in de dorpstraat uit.

Dit is een kleine wandeling, waarover men zeker tevreden zal zijn.

Nu zien we uit naar den boekwinkel van den heer Menger, waarnaar we trouwens niet behoeven te zoeken, [ 90 ]en loopen daar even in, om de Wandelkaart van Ede en de Omstreken, uitgegeven door de Vereeniging tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer te Ede, te koopen, daar dit kaartje ons op onze volgende wandeling naar den Zijselt goede diensten zal kunnen bewijzen.

We kunnen er trouwens ook nu reeds gebruik van maken om den volgenden weg te vinden.

Even voorbij dezen boekwinkel buigt de dorpstraat linksom. Naar het Bosch gaan we echter rechtuit, en komen, den grooten weg volgende, weldra in de Boschlaan.

Een paar zijpaden links en rechts gaan we voorbij en komen dan aan een zijpad links (ook rechts), dat in de richting naar het dorp terugloopt.

Dit gaan we in; het leidt naar den Doolhof, door welk woord men zich echter niet behoeft te doen afschrikken. 't Is een heel lief, woest plekje, dat men omgaat om in een lange, breede laan uit te komen.

Die volgen we dan, recht op den huize Kernheim aan, waar men nu linksom slaat, om, rechtuit gaande, langs het fraai gelegen hôtel Buitenzorg weer in het dorp te komen. Vervolgens de straat rechtsaf nemende, gaan we langs het fraaie, nieuwe Gemeentehuis; daarna, linksom, komen we weer in de dorpstraat terug.

De Eder bosschen zijn zeer uitgestrekt en om ze in verschillende richtingen te doorwandelen, moet men eenige dagen daar verblijven; maar men krijgt er toch op deze wandeling reeds een vrij goed begrip van, en men heeft tevens gelegenheid om zich te overtuigen, dat Ede tot de voornaamste dorpen van ons land behoort, en dan ook een ietwat "Klein-Städtisch" karakter heeft.

Ook de omstreken, al staan ze in verscheidenheid en uitgestrektheid met die van Bennekom lang niet [ 91 ]gelijk, zijn zeer schoon, en zoo trok deze plaats dan ook reeds sedert vele jaren 's zomers een aantal bezoekers.

Na deze korte kennismaking, die echter voor hem, die goed uit zijn oogen ziet, geen oppervlakkige behoeft te zijn, keeren we langs den straatweg weer naar 't Station terug.

Wij konden een anderen weg nemen; een mooi pad over den Klinkenberg en de hei. Om twee reden doen wij dit thans echter niet. Vooreerst omdat men een mooien weg, zoo men hem goed wil leeren kennen, in beide richtingen moet bewandelen, en ten anderen omdat we op onze volgende wandeling ook te Ede kunnen uitkomen, maar dan het dorp zijdelings zullen laten liggen, om over de hei terug te keeren.

Daarom wilden wij ook eerst Ede bezoeken, waar we anders op de volgende wandeling te vermoeid zouden aankomen, om er veel notitie van te nemen.

Ook was het ons om het bedoelde kaartje te doen. Kan men niet vooraf naar Ede gaan, dan bestelle men het aan den bode van Ede die dagelijks door Bennekom komt.

De tijd dien men voor deze wandeling behoeft is niet wel te bepalen, daar dit afhankelijk is van de gelegenheid met welke men naar Bennekom per tram terugkeert. Zoo kan men b.v. ook met den nieuwen lokaalspoor naar het station terugkeeren; ook zal men zich allicht te Ede ophouden; dit richt men dus in naar omstandigheden; genoeg als men weet dat men, rustig wandelende, binnen drie kwartier van Ede aan 't Station is.