Het Parool/Jaargang 5/Nummer 294/De mode ontdekte Mondriaan
‘De mode ontdekte Mondriaan. Amerika herdacht den schilder’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit Het Parool, zaterdag 22 december 1945, Kerstbijlage, [p. 7]. Publiek domein in de EU. |
[ Kerstbijlage, 7 ]
DE MODE ONTDEKTE MONDRIAAN | |
Amerika herdacht den schilder | |
LINKS: Een der laatste schilderijen van Piet Mondriaan. |
Een voorbeeld van op Mondriaan’s werk geïnspireerde mode in Amerika. |
HET was omstreeks 1920, in die na-oorlogsche dagen waarin alle mogelijke „ismen” hoogtij vierden, dat Piet Mondriaan de kunstwereld verrijkte met zijn neo-plasticisme. Mondriaan, die toen al een tiental jaren in Parijs woonde, had daar het cubisme en het futurisme leeren kennen en hij kwam er door tot een nieuwe richting.
Hij betoogde, dat de schilderkunst de bouwkunst had te dienen en bracht zijn theorieën op consequente wijze in practijk. Hij schilderde geen begrijpelijke voorstellingen, menschen, landschappen, maar gaf uitsluitend rechthoeken, ingevuld met in hoofdzaak primaire kleuren. Door de grootte der kleurvlakken en de manier, waarop ze in het beeld werden gezet, alsmede door de kleurkracht moesten zijn doeken spreken.
Inderdaad spraken zijn schilderstukken en „men” sprak over Mondriaan. Er verschenen geschriften van zijn hand en hij werd de voorman van het neo-pLasticisme, dat h[ij] zelf ook wel „nieuwe beelding” noemde; tot zijn volgelingen behoorden Theo van Doesburg, Van Tongerioo, de Hongaar V. Huszar.
De jaren verstreken, Mondriaan overleed schilderde door. Maar het scheen dat op den duur het publiek niet gevoelig bleef voor de door hem voorgestane levende realiteit van het abstracte, waarbij — zoo betoogde Mondriaan — de gevoelens van heimwee, vreugde, verrukking, smart, schrik, enz. werden overschreden. Niettemin werd de schilder zijn richting geen oogenblik ontrouw. En voor de nieuwe wereldoorlog begon, stak hij den Oceaan over. Het blijkt nu, dat de Nieuwe Wereld wel oog had voor zijn kunst. Piet Mondriaan, die zich daar Mondrian liet noemen, zooals hij ook in zijn Parijschen tijd al had gedaan, had er succes en kreeg er naam. Hij overleed er vorig jaar — hij is 73 geworden — en dit voorjaar werd in het museum van moderne kunst te New York een tentoonstelling te zijner eere gehouden.
Heeft Amerika dus Pieter Cornelis Mondriaan doorgrond? In elk geval heeft men er hem ontdekt. Men heeft onmiddellijk de mogelijkheden gezien die in dit kleurige, decoratieve werk zaten. Ha, zeiden de mode-koningen. En ze creëerden den Mondrianstijl. Een stof die geometrisch geknipt kan worden. Weinig genuanceerde kleurvlakken op een ondergrond van zwart en wit en opmerkelijke kleuren; een prachtig bruin à la Braque „cublstisch” rood, paletgroen, plastisch grijs. De Amerikaansche vrouw kan nu haar vriendinnen jaloersch maken met een beeldig Mondrian-japonnetje. Het zal haar zeker onbekend zijn dat de man, die dit japonnetje op zijn geweten heeft, bij het zien van die kleurige vlakken eens heeft gedroomd van een „levende realiteit van het abstracte, die zich nog niet geheel van het tragische heeft bevrijd, maar heeft opgehouden er door te worden beheerscht......”.