Het Petrus Donders Tijdschrift/Jaargang 20/Nummer 7/Een Latijnsch onderschrift
‘Een Latijnsch onderschrift (kenmerkende deugden)’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit Het Petrus Donders Tijdschrift, jrg. 20, nr. 7 (maart 1940), p. 121. Publiek domein in de EU. |
[ 121 ]Een Latijnsch onderschrift (kenmerkende deugden).
In een onzer kloosters bevindt zich eene schilderij van den Eerbiedwaardigen Petrus Donders, werk van den Roermondschen kunstschilder Albin Windhausen. De Apostel der melaatschen van Suriname is er voorgesteld, biddend, met het kruis in de gevouwen handen, met op den achtergrond eenige hutten van melaatschen.
Het Latijnsche onderschrift dier schilderij luidt:
- Ven. Petrus Donders C.ss.R., Apostolus leprosorum, spiritu orationis, animi humilitate et zelo apostoiico conspicuus, obiit die 14 Jan. 1887.
In het Nederlandsch:
- De Eerbiedwaardige Petrus Donders C.ss.R., Apostel der melaatschen, door den geest van gebed, door nederigheid en apostolischen ijver uitmuntend, overleed den 14den Januari 1887.
Zeer juist zijn hier de kenmerkende deugden van den Tilburgschen Heilige, van onzen Nederlandschen Apostel der melaatschen, van den grooten Surinaamschen Missionaris, aangegeven:
Geest van gebed: uren en uren bracht hij, niet slechts overdag, maar ook des nachts in gebed door; al zijn andere bezigheden werden begonnen, telkens onderbroken, geëindigd met gebed; in dezen zin kan men het woord van Jezus: „Men moet altijd bidden” in hem verwezenlijkt zien. Het gebed was de ademhaling zijns levens. Vandaar die gestadige opgang zijner ziel tot God onder den invloed van Gods genade, door het voortdurend gebed verkregen.
Nederigheid: geen zelfverheffing bij dit kind uit het volk, ook niet als de Heer hem opheft uit het stof om hem, den priester, te plaatsen onder de vorsten van zijn volk; ook dan blijft hij zich zijn ongenoegzaamheid en nietigheid bewust om ten volle te kunnen beantwoorden aan de genade Gods tot heiliging zijner ziel, om een waardig werktuig te zijn in Gods hand tot heiliging van anderen.
Apostolische ijver: zich bestedend en overbestedend voor het heil der onsterfelijke zielen, voor Paramaribo met het mengelmoes van zijn bevolking, voor de slaven der plantages langs de rivieren, voor de nog heidensche Indianen en Boschnegers, vooral voor de zoo beklagenswaardige melaatschen; voor hen allen droeg hij in het hart en had hij het op de lippen, het woord van den Goddelijken Meester: Misereor super turbam: Ik heb medelijden met de schare (Mc. 8. 2).
O Eerbiedwaardige Petrus Donders, stort dezen uwen geest over in de harten van allen, die u vereeren en willen navolgen!