Het Petrus Donders Tijdschrift/Jaargang 22/Nummer 4/Laten we opgaan naar Bethlehem

‘„Laten we opgaan naar Bethlehem”...’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Het Petrus Donders Tijdschrift, jrg. 22, nr. 4 (december 1941), p. 49 met afb. op p. 51. Publiek domein in de EU.
[ 49 ]
„Laten we opgaan naar Bethlehem”...
Lc. 2, 15.
 

Zóó spraken de Herders tot elkander, toen de Engel hun de geboorte van den Verlosser in de stad van David had aangekondigd.
Zóó spreekt ieder jaar tot ons onze Moeder de H. Kerk, wanneer zij in den Kerstnacht het grootsch Kerstgebeuren plechtig gaat herdenken.
En reeds weken tevoren doet zij ons, hare kinderen, hoopvol uitzien naar dat blijde Kerstfeest, dat ieder jaar opnieuw glorie brengt aan God en vrede aan de menschen van goeden wil.
Met welk een ijver heeft de Eerbiedwaardige Petrus Donders zich steeds tot het Kerstfeest voorbereid, hij die van zijn jeugd af zoo innig met de Kerk mede­leefde en zoo gaarne opging naar het Huis des Heeren!
Als priester zou hij eenmaal de geboorte van den Heiland bekend maken aan de heidenen, die nog gezeten zijn in de duisternis en de schaduwen des doods, gelijk de schilder Albin Windhausen het ons voorstelt (zie bl. 51).
Bij zijn intreden in de Congregatie van den Allerheiligsten Verlosser, reeds in het novitiaat, dat hij voor 75 jaren te Paramaribo begon, gelijk we op bl. 39 beschreven, zou hij Sint Alfonsus’ liefde voor het menschgeworden Woord en zijn devotie tot het Goddelijk Kind theoretisch leeren kennen en praktisch op allerlei wijzen leeren navolgen.
Als Redemptorist zou hij jaarlijks bij gelegenheid van het Kerstfeest zijn kloostergeloften vernieuwen om zich, gelijk het in de formule der geloftenver­nieuwing luidt, opnieuw weg te schenken aan Jezus Christus en aan de Con­gregatie. Zie de penteekening van fr. C. van Geleuken C.ss.R. in onzen vorigen jaargang (bl. 63).
In ’t Octaaf van het Kerstfeest, 31 Dec. 1886, zou hij eenmaal te Batavia zijn laatste preek tot zijn dierbare melaatschen houden om dan, na de viering van Driekoningen met zijn octaaf, op te gaan naar den hemel, door de kennis van den zichtbaren Godmensch opgevoerd (gelijk de Kerstprefatie zingt) tot de liefde voor het onzichtbare.
Ziedaar Petrus Donders, ons toonbeeld in den Advent- en Kersttijd.
Laten we naar zijn voorbeeld naar Bethlehem gaan.
Kom, Heer Jezus, kom! Daal opnieuw neer in onze harten!
Jezus, voor ons mensch geworden en geboren, wij loven u, wij zegenen u, wij aanbidden u, wij verheerlijken u, wij danken u om uwe groote heerlijkheid!
Eer aan God in den hooge en vrede op aarde aan de menschen van goeden wil!

[ 51 ]
 
naar Albin Windhausen.

Pater Donders spreekt bij de arme Boschnegers over Jezus’ geboorte.
„Zie, ik verkondig u een groote blijdschap...”