Het Vaderland/Jaargang 46/Nummer 23/Ochtendblad/Tweede Kamer

Het Vaderland, woensdag 28 januari 1914

‘Tweede Kamer. Binnenlandsche Zaken’ door Decembrius, Ochtendblad, [p. 1].

[ 1 ]

TWEEDE KAMER

BINNENLANDSCHE ZAKEN.

Er waren gisteren nog 50 sprekers ingeschreven bij deze begrooting en vanochtend bleken er geen 50 luisteraars aanwezig te zijn, zoodat de vergadering, na appel nominaal een half uurtje werd opgeschort.
O volksvertegenwoordigers van Nederland. Audiendum veniunt, veniunt ut ipsi audiantur! En of een Minister ooit een heksentoer zal vertoonen en van het Argentijnsche vleesch overspringen op een vergiftenwet en dan weer de lijkverbranding zal opvatten om middelerwijl een woord over de volkshuisvesting te spreken, als zij niet zelf te praten hebben blijft het meerendeel weg.
De rede van den Minister van Binnenlandsche Zaken dan gaf een bondig overzicht van al de behandelde onderwerpen, meer niet. Vele onderwerpen zijn in studie, zoo de maatregelen eventueel door den Staat tegen de verspreiding van syphilis te nemen, de ontratting van schepen, de opleiding van verplegers, het artsenmonopolie, waarover een advies van den Centralen Gezondheidsraad wordt ingewacht maar dat mr. Cort van der Linden toch nog wel schijnt te willen behouden. Zeide hij niet dat de wetenschap is een lichtende plek op het duistere veld en legde hij niet den nadruk op de stelling dat de individueele vrijheid moet wijken voor de eischen van het algemeen belang.
Het Argentijnsche vleesch heeft uit ’s Ministers mond een krachtige reclame gekregen. Het is voortreffelijk voedsel en wordt alom geprezen om zijn qualiteit. Het is bovendien uiterst goedkoop. De Argentijnsche regeering keurt zeer streng en naar de beste methode, de veestapel in Argentinië is uitstekend in orde en de hoogleeraar Calmette te Parijs heeft in het comité pour l’hygiène publique gezegd dat herkeuring totaal overbodig moet worden geacht.
Wat wil men meer? Verkapte bescherming onzer veehouders en veestapels door overbodige keuringseischen? Hoezeer die belangen gewicht in de schaal leggen is vleesch als volksvoedsel te zeer waardeerbaar, dan dat de regeering bet Argentijnsch bevroren vleesch zou mogen weren. De heer van Weerdesteyn kreeg dan ook nul op ’t request.
Een vergiftenwet is in voorbereiding, het verdiende wellicht aanbeveling tevens een revolverwet te ontwerpen.
Ten opzichte der crematie is de Minister wat welwillender geweest dan wij op grond der gewisselde stukken verwachtten. Wel acht hij zelf crematie volgens de bestaande Begrafeniswet niet geoorloofd; asch in een urn is geen lijk, zeide hij, maar hij laat de beslissing over aan de rechterlijke macht en schijnt zoo deze toewijst dan wel afwijst in elk geval een der lijkverbranding gunstige wetswijziging in overweging te willen nemen.
Bij de artikelen kwamen enkele onderwerpen weer speciaal op den voorgrond. De heer Schaper hield zijn jaarlijksch, sympathiek pleidooi voor verhooging der subsidies tot bestrijding der tuberculose, hij wenschte ook de lighallen door het rijk te doen steunen en drong er met den heer de Meester op aan, dat alsnog het subsidie, het vorige jaar wegens te late aanvrage ingehouden, zou worden aangewend voor het goede doel. De Minister zei overweging toe maar wees op den gespannen toestand van de schatkist.
De heer Scheurer dong af op de kosten der krankzinnigenverpleging, ofschoon hij blij was dat dezelve meer en meer „gekerstend” is en dat krankzinnigen nu als zieken worden behandeld. Het woord kerstening klonk wat vreemd waar ’t christendom 2000 jaren oud is en de hervorming in de krankzinnigenverpleging eerst een driekwart eeuw geleden tot stand kwam. Het is bovendien waarlijk niet de kerk geweest, die tot die gelukkige hervorming den stoot gaf. Het was de wetenschap, die zeker niets onchristelijks had doch zich anderzijds toch ook niet als specifiek product der coalitie aankondigde. De heer Scheurer had met zijn bezuinigingsraad gemakkelijk spel: de regeering zelf is toch al tot de conclusie gekomen dat op de plannen tot den bouw van een gesticht te Woensel f 318.500 bezuinigd kon worden.
Inmiddels zij protest aangeteekend tegen dr. Scheurers uiting, dat de gestichten niet behoeven te worden ingericht op wetenschappelijk onderzoek. Het tegendeel is waar. Een wetenschap die nog slechts even komt kijken, als de psychiatrie, moet juist in de gestichten haar kennis opdoen en in elk asyl moet niet alleen aan de geneesheeren de gelegenheid doch ook den tijd worden geboden tot studie en onderzoek. Alleen aldus kan Nederland zijn hooge wetenschappelijke taak naar behooren vervullen.
De heer Rink drong tot ontlasting der gemeenten er op aan, dat het Rijk de kosten van armlastige krankzinnigen op zich zou nemen. De vraag was aanvankelijk door den Minister als een chose jugée afgewezen — bij de behandeling der Armenwet is er veel aandacht aan gewijd. Maar gisteren beloofde Zijne Excellentie toch nadere studie.
Wij zijn tot midden in de afdeeling Hooger Onderwijs gekomen. De heer van Deventer zocht voordeel voor Indië opdat de Indische jongelui de geheele opleiding tot aan de universiteit daar zouden kunnen krijgen. Hij vroeg zelfs het eindexamen eener Indische H. B. S. toe te laten als entréebiljet voor de academie. Maar die vooropleiding is grootendeels een Indische aangelegenheid en het kan voor Indische jongens en meisjes ook geen nut hebben met een prachtigen examenbul, doch in werkelijkheid onvoldoende opgeleid, de universitaire studie te beginnen.
De heer Brummelkamp sprak een reeds versteende redevoering uit tegen vrouwenbeweging en vrouwenstudie: de vrouw hoort thuis in ’t huisgezin, zeide de origineele redenaar. De heer De Beaufort eenigermate de voortreffelijkheid van sommige onzer hoogleeraren verwarrend met de voortreffelijkheid van het universitair onderwijs — er bestaat verschil en voor de laatste geven Nobelprijzen geen maatstaf — drong aan op hoogere maxima voor de professoren. Zoo de afgevaardigde voor Amersfoort een lotsverbetering bepleit, kan het een mindere zijn dan een professorale?

DECEMBRIUS.