Het Vaderland/Jaargang 52/7 augustus 1920/Avondblad/X-Beelden

‘X-Beelden. (Ingezonden.)’ door G.C.
Afkomstig uit Het Vaderland, zaterdag 7 augustus 1920, Avondblad A, [p. 1]. Publiek domein.
[ Avondblad A, 1 ]

X-BEELDEN.

(Ingezonden.)

Toen ik de in het Avondblad van het Vaderland van 4 Augustus uit de Stijl overgenomen rebus las, heb ik er eerst genoegelijk om gelachen, daarna gingen me voor en na lichten op. Ik beschouw het nu als een korte filosofische samenvatting van ’s levens loop. Verklaring:
Hé hé hé: de kreten bij zijn geboorte.
De volgende drie regels vragen uitdrukkelijk of u zich deze gebeurtenis herinnert, dus nog lichamelijk kunt voorstellen.
O n met de daarop volgende regels wijzen er op, dat dit feitelijk „niets” is, onbepaald vaak plaatsgrijpend, tot in het onbeperkte, zich niet bekreunend om tijd of ruimte (of er wel plaats is, en waar die plaats is.) Zoo was, is en blijft het in verleden, heden en toekomst, of wel: ook in de tijden na deze en in die achter gindsche tijden, nl. altijd-door: embryonale toestanden, gevolgd door „de verschijning” van nieuw leven.
Maar nadert de dood, dan is dat leven een, vergeleken bij de eeuwigheid, weinig beteekenend dagboekje, gehavend, niet overal duidelijk meer, dat de grijsaard van achteren naar voren beschouwt en overdenkt. Dan komt de dood: zijn hart tikt niet langer, voor hem is geen tijd meer, zijn klok staat stil. Zooals onverschillig zig-zag een uitgekauwd eindje sigaret op ’t witte servet wordt geworpen na den maaltijd, zoo komt zijn opgebruikt lichaam te liggen op het witte doodsbed. En zooals de sigaret vochtig-bruin vergaat, zoo treedt nu de ontbinding in, maar zijn geest blijft ongerept.
De familie belt dan 346, Westerveld, op en de rouwauto brengt het overschot over. Dwars laat men de kist in de vlammen, als middelpunt van het vuur, dat niet kan voortbrengen, wel verteren, het onvruchtbare, waarboven trillend de heete lucht wegsmelt. Maar de geest verheft zich spottend met de wetten van de zwaartekracht, als voortgestuwd door de sterkste krachten, electrische, als was hij een door de electriciteit voortbewogen menschelijk wezen.
Terwijl beneden achterblijft het diepe wijnrood van de ovenwanden, het rose van het doovende vuur en grauwe asch, die stof wordt en verspreid over de aarde, overal op en i n.
De scherven van den kosmos = het stof waartoe alles weerkeert.

G. C.

* * *

Maar de thee, geachte inzender, de thee waarin de scherven liggen, hoe moeten we daarmee? Overigens alle hulde voor de oplossing van de rebus! Maar heeft u dat heusch heelemaal alleen gedaan? Heeft de uitdenker u niet een klein beetje geholpen? Met dat telefoonnummer van VVesterveld bijvoorbeeld? Heeft hij niet, om het zoo maar eens te zeggen, uw pen bestuurd? — Red.