Het Vaderland/Jaargang 65/18 oktober 1933/Avondblad/De Willem van Oranje-film

De Willem van Oranje-film
Auteur(s) Anoniem
Datum Woensdag 18 oktober 1933
Titel De Willem van Oranje-film
Krant Het Vaderland
Jg 65
Editie, pg Avondblad D, 2
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

De Willem van Oranje-film


      Het Persbureau Industria schrijft ons:
      Binnenkort is het dan zoover. De secretaris van het Comité van Initiatief, de heer Jan C. W. Polak, heeft het ons een paar weken geleden in zijn praatke voor de AVRO-microfoon reeds verteld: nog om deze maand wordt de Oranjefilm aan de openbaarheid prijsgegeven, nadat aan H. M. de Koningin een copie van de rolprent zal zijn aangeboden.
      Het verschijnen van deze film is in tweeërlei opzicht van groot belang. In de eerste plaats, omdat met deze film is geschapen een nationaal document van hooge waarde, waarin de figuur van den grondvester onzer onafhankelijkheid een historisch getrouwe en door de filmische uitdrukking tot elkeen sprekende afbeelding vindt. In de tweede plaats, omdat het hier betreft de eerste poging tot het scheppen van een zuiver Nederlandsch product op het gebied der filmkunst; idee, opzet, uitwerking, middelen, alles is te danken aan vaderlandsch initiatief, werkkracht en offervaardigheid. Regisseur en assistenten, adviseurs, componist en musici, acteurs, figuranten, technici, arbeiders, allen waren Nederlanders; de film is gedraaid in de studio’s van een Nederlandsche industrie met gebruikmaking van zooveel mogelijk Nederlandsch product. Slechts waar gebrek op de Nederlandsche markt aan de noodige apparatuur of aan de noodige gespecialiseerde werkkrachten dit noodzakelijk maakte, werd de hulp van het buitenland ingeroepen.
      Met groote belangstelling kan dus het Nederlandsche Volk de komst van deze film tegemoet zien. Wij hoorden, dat de première zal plaats vinden in een der Haagsche bioscooptheaters, op een Gala-avond. Tegelijkertijd komt de film in een groot aantal exemplaren in circulatie; zij zal in vrijwel alle theaters in Nederland een plaats op het programma krijgen. De verwachtingen zijn hoog gespannen.
      Op de historische waarheid is van den beginne af bijzondere nadruk gelegd. Zal deze film de haar toegewezen taak, een vaderlandsch document te zijn voor onzen tijd en voor het nageslacht, inderdaad kunnen vervullen, dan is historische getrouwheid een eerste vereischte. Daarom is het scenario voorgelegd aan eenige Nederlandsche historici van naam, die ook bij de aankleeding van de film adviseerend zijn opgetreden. Voor de requisieten kon dankbaar gebruik gemaakt worden van wat uit Nederlandsche musea en patriculiere verzamelinlingen spontaan ter beschikking werd gesteld. De costumes zijn zonder uitzondering alle in ons land vervaardigd. Op deze basis is de regisseur Teunissen gaan bouwen. Zonder een oogenblik aan de historie te kort te doen, heeft hij met filmisch oog de scènes opgezet en de beelden gecomponeerd. Zoo werd de „Willem van Oranje”-film, naar den inhoud een historisch document, naar den vorm een kunstwerk.
      Na de opnamen had Teunissen het rijk alleen en kon hij zich ongestoord wijden aan het nauwkeurige en tijdroovende werk van de filmmontage. Wie een vreemdeling is in het Jeruzalem der rolprenttechniek, beseft niet de ontzaglijke waarde van het monteeren van een film en de buitengewone zorg, die hieraan moet worden besteed. Wat er ook ten koste moge zijn gelegd aan de aankleeding der scènes, hoe fraai de fotografie ook moge zijn uitgevallen, een verkeerde montage kan het effect totaal bederven. Door de juiste montage der film krijgt deze eerst het vereischte tempo en rhythme, komt er de gewenschte voortgang en beweging is. Het monteeren van de film beteekent dus kiezen uit het voorhanden materiaal, het snijden der scènes op de goede lengte, de plaatsen der scènes in de juiste volgorde; zoodoende worden tegenstellingen en afwisseling verkregen en krijgt de handeling de noodige vaart, die den beschouwer het gebeuren geboeid doet volgen.
      Teunissen had al lang het idee gehad voor een documentaire rolprent, het leven van Willem den Zwijger behandelende. Hij dacht zich deze als een korte film, geschikt om in het bijprogramma te worden vertoond. Toen hij echter zijn plannen mededeelde aan de heeren Jan Wils en Jan C. W. Polak, waren deze van meening, dat een dergelijke film een beter lot moest beschoren zijn dan als bijfilmpje te figureeren naast een hoofdfilm van buitenlandsch maaksel. De film van het leven van den Vader des Vaderlands moest als historisch document als hoofdfilm in de programma’s kunnen prijken en door het Comité van Initiatief, waarin, behalve de reeds genoemde heeren Jan Wils en Jan C. W. Polak, ook nog jhr Jan Feith zitting nam, werd van verschillende zijden die medewerking verkregen, welke noodig was voor de conceptie van een film van zulk een omvang. Zoo zag Teunissen zijn plannen op een door hemzelf niet gedroomde wijze verwezenlijkt. Na maandenlange voorbereidingen, gevuld met het schrijven van het scenario en draaiboek, besprekingen, onderhandelingen, keuze van materiaal en requisieten, het engageeren van filmtechnici en acteurs, hield Teunissen met zijn staf zijn intocht in Eindhoven voor een verblijf van eenige weken, in welk tijdsverloop 15.000 meter beeld en 12.000 meter geluid werden opgenomen. Hieruit moet thans een quintessence van 2200 meter worden gedistilleerd, welke als „Willem van Oranje”-film onder de oogen van het publiek wordt gebracht. Dit distillatieproces is de montage, waarover wij hierboven spraken.
      Moge, als straks de film in de bioscooptheaters te zien zal zijn, de publieke belangstelling en waardeering den initiatiefnemers, den regisseur, de Eindhovensche filmindustrie en allen, die in een of anderen vorm medegewerkt hebben om deze nationale onderneming te doen slagen, de zoozeer verdiende voldoening schenken!