HAAGSCHE KUNSTKRING.
Men schrijft ons:
Zaterdagavond heeft de Haagsche Kunstkring het seizoen geopend met een concert waaraan de leden der muzikale afdeeling hun medewerking hebben verleend.
Na een openingswoord door den voorzitter, Herman van der Kloot Meijburg ving het concert aan met een Sonate van Locatelli, die ge speeld werd door Willem Brederode, viool en Jan Hoog, piano. Mevrouw Sophie Leendertsz pianiste bracht werk ten gehoore van Brahms, Straesser en Debussy, P. C. Brederode zong liederen van Sinding, Löwe en Tsjerepnin. De uitvoerenden hadden zeer veel bijval en bijzonder mag wel P. C. Brederode genoemd worden voor de voortreffelijke wijze waarop hij, met begeleiding van Jan Hoog, de liederen van Tsjerepnin gezongen heeft. Tusschen de programmanummers hielden Hein von Essen, Jan Wils en Jan Ubink een korte causerie. Von Essen sprak boeiend over de richtingen in de schilderkunst en hun ontwikkeling, Jan Wils kwam luimig op voor de bouwkunst, Jan Ubink memoreerde in een uitstekende rede de letterkundige voordrachten, tooneeluitvoeringen, enz. die in het afgeloopen seizoen door zijn afdeeling waren tot stand gekomen. Hugo van Dalen besloot met een kort en krachtig opwekkingswoord dit gedeelte van den avond.
Dans en muziek hielden de aanwezigen verder nog lang bijeen.
Het was een goed begin van het seizoen.
|