Het kistje met den schat

[ 97 ]

HET KISTJE MET DEN SCHAT.

Een jongen kwam eens langs een' weg, waar hij een kistje vond. "Daar moet zeker heel wat kostbaars in zitten" zeide hij tot zich zelven. Jammer maar, dat het gesloten was. Hoe hij het keerde en wendde, hij kon het niet open krijgen. Hij nam het maar mee en ging verder. Na eenigen tijd vond hij een sleuteltje. Hij zette zich neder aan den kant van den weg en dacht, dat het heel aardig [ 98 ]zou wezen, als dat sleuteltje nu juist paste op het kistje, want dat was met een slotje gesloten.

Hij nam dus het sleuteltje uit zijn' zak , blies eerst in 't pijpje van den sleutel en toen in het sleutelgat, stak vervolgens het sleuteltje in het gat en draaide het om. En ja, "knip! knap!" ging het en toen hij het deksel optilde, was het kistje open. Maar wie kan nu raden, wat er in het kistje lag? — Goud of zilver, diamanten of paarlen? — Och, houd maar op, niemand raadt het. Het was — het was — een kalverstaart en als de kalverstaart langer was geweest, dan was ook dit sprookje langer geweest.