[ 2 ]⁂ „ Tot al ’t geen ’er vereiſcht word in het waarneemen en bearbeiden van een BOOMGAART, BLOEMHOFF en MOESTUYN, geeft een HOLLANDSCHEN HOVENIER een beknopt en volleedig onderrigt in het TUYNMANS ZAK-BOEKJE, in welk hy handeld: I. Van de Gronden en derzelver Bearbeidinge. II. Van de Aarde, en derzelyer Bemeſtinge. III. Van den Kweek-Hof. IV. Van het Enten, Oculeeren en Zoogen. V. Van het Planten der Boomen. VI. Van het Winter- en Zomer-Snoeijen der Vrugt-Boomen. VII. Van het aankweeken en behandelen der Wyngaarden. VIII. Van den Bloem-Hof. IX. Van den Moes-Tuyn en de Maandelukſche Oeffening, wegens het Zaaijen en Pooten van Moes-Vrugten. X. Van de gebreeken der Vrugt-Boomen en het Ongedierte. Een Werkje waarin zulke Onderrigtingen gevonden worden, die hier te Lande by eige ondervinding aan de gewenſchte uitkomſte beantwoord hebben; daar dit Boekje dus niet te ontbeeren is voor alle Hoveniers en Liefhebbers van Tuynen, en hetzelve nu geheel uitverkogt was, zo heeft men dit voor de TWEEDE MAAL gedrukt, en is thans weder te bekoomen in Octavo: à 7 Stuivers, te Leyden by A. en J. HONCOOP; Amſterdam M. de Bruyn, Conradi, Keyzer, van der Kroe enz., Delft de Groot en Poelman; en voorts in de meeſte Steden by alle boekverkoopers.
