Hollandsche Historische Courant/1781/Nummer 65/Vrankryk

‘Vrankryk’ door een anonieme schrijver
Afkomstig uit Hollandsche Historische Courant, donderdag 31 mei 1781, [p. 1]. Publiek domein.
[ 1 ]

VRANKRYK.

Parys den 25 Mey. Zyne Majeſteit heeft eene aanzienelyke Promotie onder de Zee-Officieren gedaan, welke eerſtdaags ſtaat gepubliceerd te worden. Ook heeft Z. M. verſcheidenen onder hen, die zig het meeſt gediſtingueerd hebben, met het Knus van St. Lodewyk beſchonken. — De Demisſie van den Heer Necker, en de aanſtelling van den Heer Joly de Fleury tot Controlleur-Generaal der Financiën, is heden, in zeer eenvoudige bewoordingen, in de Hof-Courant gepubliceerd. De retraite van deezen braafſten, kundigſten, en belanglooſten Man, die oiit aan het hoofd onzer Finantiën geweeſt is, is een gevolg van den doodelyken ſchok, die ons Miniſtery, waaröp de Natie haar vertrouwen geſteld had, gekreegen heeft door de vorige Demisſiën van den Heere de Sartine, en den Prinſe van Montbarrey, reſpective Miniſters der Zee-zaken en van Oorlog. Zedert dien tyd hebben de Vyanden van den Heere Necker, waarönder verſcheidene aanzienelyke perſonagiën, die het mogelyk niet oirbaar is te noemen, niet opgehouden in het heimelyke ſaamen te ſpannen en te woelen, om hem insgelyks het vertrouwen des Konings te doen verliezen, of ten minſten hem van zynen poſt wars te maaken. De Heer Necker, langen tyd met eene onbegrypelyke ſtandvaſtigheid aan zo veele magtige Vyanden, die alle zyne ontwerpen dwarsboomden, en zyne beſte verrigtingen verydelden, of traagelyk deeden voortgaan, het hoofd geboden hebbende, verloor eindelyk zyn geduld, en leeverde eene Memorie aan den Koning over, waarin hy Z. M. verzogt, een einde aan alle deeze moeyelykheeden te maaken, door hem Zitting in den Raad te vergunnen, en daardoor een ſpreekend blyk zyner hooge beſcherming en gunſt te geeven. Die Vorſt, ſchoon anderzins den Heere Necker niet ongeneegen, dit verzoek om Staatkundige redenen niet kunnende toeſtaan, heeft hieröp zyne Demisſie aangenoomen, welke by alle weldenkenden met reden als een algemeenen ramp wordt aangemerkt.
De alom beroemde Abt Raynal ondervindt thans insgelyks de onäangenaamheid, die de openhartigheid van gevoelens te uiten, welken met de heerſchende denkwyze ſtryden, veel al na zig ſleept. Zyn voortreffelyk Werk, genaamd Wysgeerige en Staatkundige Geſchiedenis van de Bezittingen en den Koophandel der Europeäanen in de beide Indiën, in de meeſte Taalen vertolkt[1], en waarvan reeds de derde Franſche Druk het licht ziet, is by het Parlement aangeklaagd, en tevens meent men, dat ’er een Decreet de priſe de Corps tegen den Aureur zelve zal worden uitgevaardigd. Althans de Abt Raynal, door zyne Vrienden gewaarſchuwd van het geene ’er omging, en weinig luſt hebbende om een Martelaar der Philoſophie te worden, heeft de voorzigtige party gekoozen van het gevaar te ontwyken, en is voorleeden Vrydag van hier naar Spa vertrokken, van waar men meent, dat hy zig verder naar Engeland zal begeeven.
Van Breſt heeft men tyding, dat het te rug gebleeven Oorlogschip, l’ Actif, van het Esquader van dan Heer de la Motte-Piquet, den 18. deezer uit Zee te rug gekoomen is; zynde den 13. dito ſlaags geweeſt met een Engelſch Oorlog-Schip, behoorende tot de groote Vloot van Admiraal Darby, ’t welk, een ſnelle Zeiler zynde, hem nagejaagd, en eindelyk des avonds om 10. uur ingehaald had. Het gevegt, door den nagt afgebrooken, werd den volgenden dag om 5. uur hervat, en duurde tot 7. uur, wanneer de Schepen, beiden even zeer gehavend, van elkander afhielden. De Actif heeft 3. dooden en 15. gekwetſten gehad.

  1. De Nederduitſche Vertaaling, zo nauwkeurig als cierlyk uitgevoerd, is te bekoomen by den Boekverkooper M. Schalekamp te Amſterdam.