I.K. Bonset/Meiwandeling

Meiwandeling
Auteur(s) I.K. Bonset
Titel Meiwandeling
Editie {{{editie}}}
92939495
Datering 1915
Genre(s) Poëzie
Brontaal Nederlands
Bron I.K. Bonset (1975) Nieuwe Woordbeeldingen. De gedichten van Theo van Doesburg, Amsterdam: Em. Querido’s Uitgeverij, ISBN 9021413167, pp. 55-58.
Auteursrecht Publiek domein

[55]


1915.


Meiwandeling.


Het leven is opengesprongen
Het leven is opengegaan
Het licht.
Het licht
Het goud-zilveren licht
Drijft als ’n
tintelende zwaan
rondom
den hemelbaan.


Uit wouden
zijn koperen
reuzen geklommen
die zijn in het licht
blijven staan.
Als lanzen.
Als speren.
Als pijlen
Omhoog
en recht als ’n kaars
onder hemelboog.


En rondom:
De Aarde
een franje
van groen
geel
goud
en oranje


De hemelboog:
trillend-wit-blauw


[56]


Ontzàg-wekkend
hoog!


Aan den zoom
van ’t bosch:
’n bloedboom
in purperen das.
Dat is
in het schitterende licht
een vreeslijk prachtig gezicht.
’t Is of ’t bloed
van vele geslachten
uit den grond groeit
omhoog
als ’n purper gewas.


Paerlemoer
met al haar kleuren
met haar violetten
glans en
haar groene
schijn-beweging
en haar zilveren
stralen-dans
zijn hier tot
eén plas
gevormd
midden in ’n donker woud.


En in banen
en vanen
van kleuren


[57]


Zie ik
den hemel
in tweeën scheuren.
En daar valt
als een regen
van kleur
en geluid
het lied
van den E eeuwigen vogel
uit.


Toen is
in roode
vonken
het tintelend
Licht
gezonken.
En de vogel
van den nacht
begon onverwacht
in een duister bosch
te zingen.
En rood.
En paarsch
En blauw
En groen.
Werden tot geluiden
toen.


Ook schoten
paarsche pijlen


[58]


1915


Omhoog
uit den ronden
donkeren
horizontboog


En lager
lager
paarsche speren
die ik zag
over den horizont
scheren.


Toen ging
met ’n wond
en bloedroode vlekken
de purperen
hemel
de aarde bedekken:


Stil.
Roerloos.
Kil.
Wzig.
Schuw.
werd de aarde
nu.
Totdat op ’t end
’t licht en kleur-paradijs
omgezet werd
en zwart.
wit.
en grijs.


1915