Ibycus' fragmenten

Fragmenten van Ibycus

Auteur Ibycus
Genre(s) Poëzie
Brontaal Oud-Grieks
Datering Klassieke oudheid
Vertaler G. Debognies
Bron
Auteursrecht Publiek domein

In de lente alleen bloeit
de pereboom, gelaafd door de stroming
der beken, waar de onbetreden tuin
der maagden ligt; ook de botten der wijnstok,
die zwellen in de schaduw van zijn jonge lover,
komen tot bloei; mij laat begeerte
nimmer met rust, want
net als in 't stormweer de loeiende
noordenwind raast, zo grijpt hij mij aan,
van Kypris' zijde gezonden, met verzengende
driften - zijn dreiging kent géén genade -
en in zijn moordende wurggreep verlamt hij
langzaam mijn geest ...

Opnieuw werpt Begeerte mij, onder blauwige
wimpers, smachtende blikken toe,
en met verlokkingen velerlei drijft hij mij
in Kypris' onontwarbare netten;
voorwaar, ik sidder voor zijn komst
zo als een prijshengst 't juk weer om krijgt op z'n oude dag
en onwillig met de snelle wagen de renbaan in moet ...