Ibycus' fragmenten
Fragmenten van Ibycus | |
Auteur | Ibycus |
Genre(s) | Poëzie |
Brontaal | Oud-Grieks |
Datering | Klassieke oudheid |
Vertaler | G. Debognies |
Bron | |
Auteursrecht | Publiek domein |
- 1 -
bewerkenIn de lente alleen bloeit
de pereboom, gelaafd door de stroming
der beken, waar de onbetreden tuin
der maagden ligt; ook de botten der wijnstok,
die zwellen in de schaduw van zijn jonge lover,
komen tot bloei; mij laat begeerte
nimmer met rust, want
net als in 't stormweer de loeiende
noordenwind raast, zo grijpt hij mij aan,
van Kypris' zijde gezonden, met verzengende
driften - zijn dreiging kent géén genade -
en in zijn moordende wurggreep verlamt hij
langzaam mijn geest ...
- 2 -
bewerkenOpnieuw werpt Begeerte mij, onder blauwige
wimpers, smachtende blikken toe,
en met verlokkingen velerlei drijft hij mij
in Kypris' onontwarbare netten;
voorwaar, ik sidder voor zijn komst
zo als een prijshengst 't juk weer om krijgt op z'n oude dag
en onwillig met de snelle wagen de renbaan in moet ...