Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Divinita
← Religione of Godsdienst […] | ‘Divinita. Godheyt’ door Cesare Ripa | Pieta. Godvruchtigheyt → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 174. Publiek domein. |
Divinita. Godheyt.
EEn Vrouwe in ’t wit gekleedt met een vlamme Viers boven op ’t hoofd, houdende met haer beyde handen twee blauwe Hemels-klooten, alwaer een vier uytgaet, of zy ſal op ’t hoofd een vlamme hebben, die in drie gelijcke deelen ſal opgaen.
De wittigheyt des kleeds bediet de ſuyverheyt van ’t weſen, datter is in de drie Goddelijcke perſoonen. Een ontwerp van de kenniſſe der heylige Godgeleerde, vertoont door de drie even gelijcke vlammen, om te bewijſen de evengelijckheyt der drie perſoonen, of van eene vlam die in drien gedeelt is, oock om te kennen te geven de vereeniginge der Naturen, met de onderſcheydinge der perſoonen.
De witte verwe is beſonderlijck de Godheyt eygen, vermits die gemaeckt wort, ſonder menginge van andere verwen, ſoo is oock in de Godlijcke ſaecken geen menginge van eenige andere dingen. En daerom, wanneer de Heere Chriſtus, op den bergh Tabor verheerlijckt was, ſoo verſcheen hy, gekleet zijnde, als in een wolcke.
De twee Hemels-klooten, bedieden de eeuwigheyt, die by de Godheyt is onſcheydelijck. En datſe dieſelve in de ſlincker en rechter hand houd, bediet, dat de Menſche door de verdienſten Ieſu Chriſti en door Godſalige wandelinge het eeuwige leven deelachtigh wort. En dit zy hier mede genoegh, laetende daer van het langer verhael, aen den Godgeleerden.