Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Gola (1)
← Magnanimita. Grootmoedigheyt | ‘Gola. Gulsigheyt’ door Cesare Ripa | Gola. Gulsigheyt → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 190. Publiek domein. |
Gola. Gulſigheyt.
EEn Vrouwe gekleet in roeſtige verwe, hebbende een lange hals als een Kraen en een ſeer dicke buyck.
De Gulſigheyt of Slockluſt, gelijck Thomas ſeyt, is een ongemanierde genegentheyt nae eenigh dingh, dat totte ſmaeck behoort, en daerom wortſe met ſulcken langen hals gemaelt ter gedachtniſſe van Philoxenus, die ſulcken gulſigaert was, dat hy wenſchten dat hy een hals hadde als een Kraen, om alſoo de ſpijſe langer te mogen ſmaecken, eer die in den buyck daelde.
De grovigheyt en dickte des buyx, worden de kracht van de Gulſigheyt toegeſchreven; En van de Gulſige wordt geſeyt, datſe haer hooghſte goed in den buyck ſtellen, om als die ledigh is, weder op den leeſt te ſlaen, en alſoo den Pampſack ſtadigh te vullen en te loſſen.
Het roeſtige kleed dient totte oneedelheyt van ’t gemoed, dat van deſe lelijckheyt is overwonnen en t’ondergebracht en van alle Deughd berooft. En gelijck de roeſt het yſer verteert, waer uyt het ſelve voortkomt, alſoo verteert de Gulſigert ſijne middelen en Rijckdom, waer van hy behoorde te leven.