Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants/Virginita (1)
← Adolescenza. Ionckheyt | ‘Virginita. Ionghvrouwschap, Maeghdelijcke Staet’ door Cesare Ripa | Virginita. Ionghvrouwschap, […] → |
Afkomstig uit Cesare Ripa et al. (1644) Iconologia of Uytbeeldinghen des Verstants, Amstelredam: Dirck Pietersz Pers, p. 223. Publiek domein. |
Virginita. Ionghvrouwſchap, Maeghdelijcke Staet.
EEn Maeghdeken in ’t wit gekleedt met een kroone van Eſmerauden om ’t hooft, ſich ſelve ſeer aerdigh een wit wollen gordel met beyde handen, om haer ſyde, gordende.
De Eſmeraude, gelijck Plinius verhaelt, is een teycken van de Maeghdelijcke ſtaet, die de Hemelſche Venus wert toegewijt, en diemen geloofde dat een Goddinne was van de reyne Liefde, en van wien niet anders als reyne en ſuyvere werckingen voort quaemen: want van haer quam de ſuyvere en oprechte Liefde voort, die geheel vreemt was van de t’ſaemenkominge des lichaems, en daerom is de Eſmeraude van veelen, doch inſonderheyt van de Sterreraeders gehouden voor een teycken van den Maeghdom.
Zy wordt met een Gordel als geſeyt is omgort, vermits dit een ſeer oud gebruyck was, dat ſich de Iongvrouwen, met een band omgordeden, tot een teycken van Ionghvrouwſchap: Welck Gordel van den Bruydegom, de eerſte avond plagh los gemaeckt te werden, wanneer hy met ſijn Bruyd te bedde gingh, gelijck Feſtus, Catullus, Manlius en verſcheyden andere verhaelen.
Het witte kleed bediet de ſuyverheyt, die in de goede Maeghdelijcke gedachten, en in de oprechtigheyt van een heylige wandelinge gegront is, waer door dan de ziele reyn en ſuyver wert bewaert.