Jegof/Schilderwerk van Fons Windhausen

Schilderwerk van Fons Windhausen
Auteur(s) Jegof.
Datum Zondag 23 september 1934
Titel Schilderwerk van Fons Windhausen
Krant De Tijd
Jg, nr 90, 27784
Editie, pg Ochtendblad, [4]
Brontaal Nederlands
Bron kranten.kb.nl
Auteursrecht Publiek domein

Schilderwerk van Fons Windhausen


NIEUWE KRUISWEG


Kunstzinnige uitvoering voor „eenvoudige menschen” in de kerk van O. L. Vrouw te Enschede


Devote medaillons


      De O. L. Vrouwekerk aan de Deurningerstraat te Enschede werd onlangs verfraaid met een kruisweg en eenige muurschilderingen van den jongen kunstschilder Fons Windhausen uit Roermond. De heer Windhausen stamt uit een geslacht, waarin de beoefening der kunst, en speciaal der kerkelijke kunst, een eerbiedwaardige en met succes gezegende traditie vormt.
      In een periode, die nu vrijwel als afgesloten beschouwd mag worden, en waarvan wij de artistieke aspiraties en uitingen thans soms zoo moeilijk kunnen benaderen en waardeeren, leverde voornamelijk zijn vader, voor dien tijd, zeer verdienstelijk werk. Aan Windhausen Jr., in deze sfeer gegroeid en gevormd, zijn de familiale kunstopvattingen niet spoorloos voorbijgegaan en zijn vroeger werk vertoont daarvan den kennelijken invloed.
      Geestesstroomingen plegen haar kringloop aan te vangen onder menschenkinderen over wie de geest der artisticiteit is vaardig geworden. Van kunstenaars verluidt het nu eenmaal, dat zij hun tijdgenooten eenige decennia voor zijn en ook Windhausen Jr. ontkomt in zijn ontwikkelingsperiode niet aan een drang tot vernieuwing.
      Vooral gedurende de Academie-jaren wordt hij „angehaucht” door nieuwe ideeën en zijn worsteling om te komen tot moderne doch eigen uitingsvormen heeft aanvankelijk iets krampachtigs.
      In zijn eerste groote werk zijn eveneens duidelijke aanwijzingen te onderkennen in beide richtingen, die nu juist niet altijd overmatig verdraagzaam ten opzichte van elkaar zijn en nogal moeilijk in volkomen harmonie samenvloeien.
      Toch blijft er in de schildering der O. L. Vrouwekerk zooveel goeds te waardeeren, dat wij de uitspraak gewettigd achten, dat Fons Windhausen er op waardige wijze in geslaagd is, zijn opdracht, die luidde: „’n eenvoudige kruisweg voor eenvoudige menschen”, op kunstzinnige wijze uit te voeren.
      De O. L. Vrouwekerk, die gebouwd is door den onlangs vereeuwigden bouwmeester Jan Stuyt, is opgetrokken in Basilica-stijl. Het is een rustig, evenwichtig en monumentaal Gods-huis. Aan Fonds Windhausen komt de verdienste toe, dat hij de architectonische lijnen heeft weten te eerbiedigen. De schildering van een zoo rustig en statig kerkinterieur vordert van den kunstenaar groote beheersching en zelfbeperking. Er liggen daar vele aesthetische voetangels en klemmen, welke perikelen Windhausen echter met fijn gevoel voor architectonische waarden ontweken is.
      De kruisweg is aangebracht als fries op ongeveer twee meter hoogte. In beide zijbeuken wordt deze fries tweemaal onderbroken door vooruitspringende pilaren, die door een rondboog met de pilaren van het middenschip verbonden zijn. Om de groote, aldus ontstane muurvlakken in hun rustige en architectonisch bedoelde lijnen niet te schaden, zijn de vakken niet onderverdeeld, maar zijn door een juiste vakverdeeling telkens twee tafreelen in één groote schildering samengevat. Omlijst door de groote rondbogen bieden de kruiswegstaties van uit het middenschip het schoonste overzicht.
      De schilderingen zijn uitgevoerd in diepe, rustige kleuren, in aanpassing bij de warme steenkleur, en munten over het algemeen uit door klare, logische en harmonieuse compositie.
      Niet altijd was de schilder echter even gelukkig. Zoo lijkt ons de 1e statie als geheel vrij zwak en geschaad door overlading. Ze geeft drie kort op elkaar volgende episoden uit het lijdensverhaal weer. De Joodsche aanklagers benadrukken hun beschuldigingen met weidsche, lichtelijk theatrale, gebaren; Pilatus wascht zijn handen in vermeende onschuld; en Christus, die ietwat poovertjes afsteekt tegenover den krachtig en fraai geschilderden Romeinschen landvoogd, wordt met het „Ecce Home” den volke getoond. Tusschen deze feiten bestaat natuurlijk onmiskenbaar een chronologische samenhang, en al is synchronisatie niet in alle gevallen verwerpelijk, in dit mileu werkt het storend. Deze statie mist ’n beheerschende, centrale gedachte, is te „spraakzaam” en lijdt aan overvloedige uiterlijkheid. Vooral de Christusfiguur mist de tragische majesteit en tegelijkertijd dominante kracht, vereischt in dit deerniswekkende lijdensmoment. Het zwak van Windhausen is, dat hij de innerlijke spanning zijner creaties door uiterlijk vervolmakende effecten wil accentueeren. Daardoor dreigt in enkele gevallen zijn werk te veel oppervlakte te worden.
      In de eerste staties treffen we bovendien een aarzelen en tasten naar de kleur. De tweede en derde statie, hoewel goed van lijn en compositie, hebben tengevolge van onvoldoende kleurwerking een zekere stroefheid en schraalheid. Bij de volgende staties werkte de artist zich echter meer los en kwamen de kleuren in rijker verscheidenheid van zijn palet. Zoo ligt trouwens over het geheele werk een zekere en gestage stijging der aesthetische waarde.
      Hoogtepunten bereikt Windhausen in de 12e en 14e statie. De ontmenschte en doodgebloede Christus in leedzware liefde gespannen aan Zijn kruis is van een indringende en waardige schoonheid. De gaafste en volkomenste schildering is wel de 14e statie. De groep is nobel en aesthetisch van compositie en met fijn gevoel gekozen kleuren maken Jezus’ graflegging tot een innig devoot en schoon tafereel. Bijzonder het doode Christus-lichaam is edel van lijn en met groote gevoeligheid geschilderd. De wijze waarop Windhausen er hier in geslaagd is gestalte en inhoud te geven aan de figuur van den Goddelijken Lijder is zeer te loven.
      Opmerkelijk is ook hoe voortreffelijk Windhausen zijn Engelenfiguren schildert. De beide groote muurschilderingen, om hun afmetingen bron van veel schilderlijke bekommernissen, bevatten daarvan uitstekende specimina. De schilderingen stellen voor: de zonden van Adam en Eva en de uitdrijving van het eerste menschenpaar uit het paradijs, terwijl aan het slot van den Kruisweg is afgebeeld de kroning van de H. Maagd als mede-verlosseres der menschen. Hoewel ik dit laatste werk tot het minst gelukkige van heel de schildering zou willen bestempelen zijn de daarop voorkomende engelen „an sich” subliem en devoot geschilderd.
      Ook de engel, die toegerust is met het vlammende zwaard, Gods vonis aan Adam en Eva voltrekt, is in alle soberheid van een sombere en onheilspellende dreiging.
      In medaillons, aangebracht in de groote muurvlakken boven de pilaren van het middenschip, die door den bouwheer bedoeld zijn als decoratieve ondersteuning van de architectonische lijnen plaatste Windhausen afbeeldingen der Apostelen. Hij schilderde op Celotex, welk modern materiaal, door fijnzinnige bewerking, aan de voorstelling een geheel eigen karakter verleent. Met name vermelden we hier de afbeeldingen van de H.H. Simon, Andreas en Philippus.
      Speciaal dit laatst genoemde werk verstevigt onze meening, dat wanneer Fons Windhausen zich weet vrij te maken van blijkbaar erfelijke aankleefsels, zijn persoonlijkheid weet te verdiepen en zijn eigen aard weet toe te spitsen op het streven naar een eigen uitingsvorm, zijn stellig aanwezig talent de belangstelling zal wekken, die het verdient.
      Den opdrachtgever intusschen lof voor den durf, aan een jong en nog onbekend kunstenaar een groote kans te hebben geboden.


JEGOF.


[Afbeelding: Fons Windhausen. Derde statie: Jesus valt voor de eerste maal. Enschede, O.L. Vrouwe van Altijddurende Bijstandkerk.]


De derde statie van den kruisweg van Fons Windhausen

Overige vindplaatsen bewerken

  • Anoniem (15 oktober 1934) ‘Schilderwerk van Fons Windhausen’, Limburger Koerier, p. 7 (gedeeltelijk; met andere afbeelding).