Kleine gedigten/De godsdienstigheid
← Het gebroken glas | Kleine gedigten voor kinderen (1779) door Hieronymus van Alphen | De haas → |
Uitgegeven in Utrecht door de wed. Jan van Terveen en zoon. |
[ 22 ]
DE GODSDIENSTIGHEID
Als in de lieve lente
De bloemen 't veld versieren,
Dan pluk ik roozenknopjes,
Viooltjes, maagdeliefjes,
Citroenkruid en seringen.
Dan zal ik kransjes vlegten,
En dragen die ter eere
Van God, die mij het leven
En bloempjes heeft geschonken.
Dan zinge ik: Hemelkoning!
Gij doet viooltjes groeien,
Met roosjes, maagdeliefjes,
Citroenkruid en seringen,
Met duizend duizend bloemen;
Om uwe magt en liefde
Aan kinderen te toonen.
Hoe mooi staat mij dit kransjen!
Ach laat mij niet vergeten,
Dat gij het hebt doen groeien!