[ 1 ]UTRECHT den 3 April. Men verſtaat, dat de Staats-Leden te Amersfoort voorleeden Vrydag en Zaturdag op het geſecreteerde Raport, door hunne Gedeputeerden uitgebragt, ter beantwoording der Miſſive van Hun Ed. Gr. Mog. hebben gereſolveerd.
|
1.
|
Geene Mediatie te accepteeren, dan van alle de Bondgenooten.
|
|
2.
|
De onderhandelinge over dezelve niet in den Haag, maar in Utrecht, of in Amersfoort te houden.
|
|
3.
|
Met geene andere aan te gaan, dan met die Raaden, welke in hunne ſpeciaale protectie zyn genomen, en de pretenſe ſurcheance der jaarlykſche verzetting der Wet op den 12 October hebben geaccepteerd; en dus ook met ſpeciaale, exemptie van de Heeren DAUNIS en ABBEMA, welke die ſurcheance van twee Leden niet voor wettig hebben erkend.
|
De laeſive expreſſien, voorkomende in ’t gemelde antwoord, welke de Heeren Staaten van Holland, als zy gelieven, zullen moeten verduwen, zyn, tegen het proteſt van eenige Ridders, zo men verſtaat, de vrugten van de ſtrafwaardige praetenſe Repreſentanten van het derde lid, met eenige uit het eerſte.