Limburger Koerier/Jaargang 47/Nummer 216/Frankrijk
‘Frankrijk’ door een anonieme schrijver |
Afkomstig uit de Limburger Koerier, woensdag 28 december 1892, tweede blad, [p. 2]. Publiek domein. |
Frankrijk.
– De „Agence Havas“ spreekt ten stelligste de mededeeling van den „Gaulois“ tegen, dat mevrouw Carnot 200,000 frs. uit de Panama-fondsen zou hebben ontvangen voor weldadige doeleinden.
Pasteur.
Van gisteren, Dinsdag, wordt uit Parijs geseind:
Heden ochtend te elf uren had in de groote zaal der „Sorbonne“ de plechtige viering plaats van den 70sten verjaardag van Pasteur, in tegenwoordigheid van den President der republiek, van de ministers en voorzitters van Kamer en Senaat, de leden van het corps diplomatique, onder wie de Nederlandsche gezant de heer De Stuers, de onsterfelijken en hunne groen bepalmde rokken, de afgevaardigden der buitenlandsche universiteiten en wetenschappelijke lichamen, en honderden studenten en belangstellenden toeschouwers. Geleid aan de hand van President Carnot kwam de jarige binnen, begroet door de tonen der muziek en het handgeklap der vergaderden, allen samengekomen om in Pasteur de wetenschap te huldigen en in haar dat Frankrijk, dat, zeker van de liefde zijner groote, mannen, op zoo heerlijke wijze allen weet te beloonen die het Vaderland dienen en zijnen glorierijken naam eer aandoen.
Eerst sprak de minister van onderwijs, Dupuy, toen d’Abadie, de oude voorzitter der Academie van wetenschappen; vervolgens Bertrand, uit naam van’t Instituut den gevierden grijsaard toeroepende: Gij zijt niet alleen een groot en beroemd geleerde, ge zijt een groot man! Nog velen spraken daarna: de groote Lister, zijne Fransche rede lezende met een sterk Engelsch accent, Soutan uit naam van den Parijschen gemeenteraad, zich verheugende dat op den weg, welken thans alle geleerden volgen, de eerste stap is gezet door eenen Franschman in een Parijsch laboratorium, en eindelijk ook de afgevaardigde van Pasteur’s geboorteplaats, het kleine Dole in de Jura, die den beroemden geleerde niets anders kwam brengen dan een groet zijner landgenooten en eene photographische afbeelding van Pasteur’s geboorteakte en van zijn geboortehuis.
Vooral dit was een aandoenlijk oogenblik. Pasteur zat te snikken, het gelaat in zijn zakdoek verborgen. Van de buitenlandsche gedelegeerden werden die van St. Petersburg stormachtig toegejuicht. Zij en Pasteur omhelsden elkander. Zelf te aangedaan om een woord te kunnen spreken, liet hij deze taak over aan zijnen zoon, die de rede welke de vader had willen zeggen met krachtige stem overbracht tot de vergadering, welke herhaaldelijk luide de schoone gedachten er van toejuichte.
– Drie nieuwe gevallen van cholera zijn te Duinkerken voorgekomen, en vier personen zijn aan die ziekte bezweken.