Limburger Koerier/Jaargang 61/Nummer 83/Verslag van de bevindingen en werkzaamheden der gezondheidscommissie

Verslag van de bevindingen en werkzaamheden der gezondheidscommissie
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 9 april 1906
Titel Provincie nieuws. Nieuws uit Roermond. Verslag van de bevindingen en werkzaamheden der gezondheidscommissie.
Krant Limburger Koerier
Jg, nr 61, 83
Editie, pg [Dag], eerste blad, [1-2]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

[1]


[...]


NIEUWS UIT ROERMOND.

VERSLAG VAN DE BEVINDINGEN EN WERKZAAMHEDEN DER GEZONDHEIDSCOMMISSIE.

      Aan bovengenoemd verslag ontleenen we het vo[l]gende:

Personalia.

      De twee aftredende leden Janssens en König


[2]


werden herbenoemd en de commissie was op het einde van 1905 als volgt samengesteld: Dr. J. M. A. Kramps, lid en voorzitter, C. J. H. Haan lid en secretaris, H. H. Delsing, A. J. A. Haffmans, L. Th. Janné, G. H. Janssens, A. A. H. H. König, J. H. Meuwissen, Jhr. Mr. G. A. M. Michiels van Kessenich en L. M L. E. Stijns leden. De commissie vroeg deskundigen bijstand aan de heeren Jean Bronckhorst en L. van Hulzen Azn. ten einde het woningonderzoek inde gemeente Roermond voort te zetten.

Algemeene beschouwingen. — Sterftecijfers.

      Hoewel in dit jaar betrekkelijk weinig besmettelijke ziekten voorgekomen zijn, is toch het sterftecijfer voor verschillende gemeenten hooger dan in vorige jaren. De oorzaken daarvan zijn der commissie onbekend. Van de 18 gemeenten tot het gezondheidsdistrict behoorende had het laagste sterftecijfer in 1905 Ohe en Laak nl. 7.3 op 1000 inwoners en het maximim Buggenum n.l. 28.8. Voor Roermond bedroeg het 14.1 tegen 16.3 in 1904.

Privaten en beerputten.

      In het vorig jaarverslag vermeldden wij, dat onze pogingen, zelfs onze dringende verzoeken aan Burgemeester en Wethouders van Roermond, maar geen einde konden maken aan het veelvoudig vervoer van primitieve beertonnen, van de beerstoffen uit de kazerne, welk terrein zoozeer besmet was, wellicht nog is met typhussmetstof. Wij vroegen daarom aan B. en W. welke maatregelen dan toch wel door hun college waren genomen, en het antwoord luidde, dat de minister van Oorlog wenschte, dat het ledigen van privaten in, en het vervoeren der beerstoffen uit de kazerne zou geschieden op de wijze, zooals dat altijd en tegenwoordig nog veelal binnen de gemeente Roermond geschiedt, namelijk op bovengenoemde schandelijke vieze stinkende, tot besmetting leidende manier met spattende en morsende beertonnen. B. en W. deelden ons verder mede, dat zij de Roermondsche gestichten hadden aangezocht, om de lediging van privaten voortaan op zindelijke, reuklooze, ongevaarlijke wijze, met de pneumatische machine van het Tuin- en Landbouwcasino te doen uitvoeren. In de maand Juni ontving de commissie klachten van bewoners der Kapellerlaan, alwaar het privaatvuil uiteen woning een uitweg zocht naar den openbaren weg, wijl de privaatput geheel gevuld was. Toen de eigenaar geen gevolg gaf aan het verzoek der commissie tot lediging van den put, wendde deze zich tot B. en W., die hem bedreigden met onbewoonbaarheidsverklaring van zijn huis, zoo de put niet werd geledigd. Deze bedreiging was niet zonder gevolg.

Verontreiniging van lucht.

      Verschillende inwoners eener straat te Roermond beklaagden zich over den stank, die van tijd tot tijd zou voortkomen uit de varkenshokken van een internaat. Zij zouden daardoor verhinderd worden hunne achterkamers te luchten. De commissie zal wanneer ze zich van dat luchtbederf heeft kunnen overtuigen maatregelen nemen.

Volkshuisvesting.

      De commissie ontving een vertrouwlijk schrijven, waarin hare aandacht gevestigd werd op den onreinen toestand der achterplaats van het logement W. aan de Luifelstraat te Roermond.
      De subcommissie belast met het onderzoek rapporteerde: Het kleine achterplaatsje van dit onooglijk, vuil en door allerlei maatschappelijk uitschot bezoek logement, met een vuil privaat en een aan den muur hangend varkenshok is één en al mesthoop. Het aangrenzende huis in het Koolstraatje is zeer vochtig en verontreinigd door vuile vloeistoffen van genoemd plaatsje. De logementhouder verklaarde aan de subcommissie dat het plaatsje spoedig van den mest zou bevrijd worden
      Bij het woningonderzoek in de gemeente Roermond werden aan een 15tal woningen ernstige gebreken gevonden en opheffing daarvan werd den eigenaren dringend aanbevolen. Met het systematisch onderzoek der woningen in de gemeente Roermond zijn belast Jean Bronckhorst en L. van Hulzen en werd een uitgebreide sectie der gemeente geinspecteerd. Door de HH. Delsing en Janssens werde bezocht in Swalmen 29 woningen met minder dan vier vertrekken en begonnen met de gemeente Buggenum. De leden Haan en Meeuwissen inspecteerden de gemeenten Ohé en Laak en Stevensweert en vonden in eerstgenoemde gemeente 10 en in laatstgenoemde 3 en 4 met minder dan 34 vertrekken. Van B. en W. van Roermond ontving de commissie ’t in 70 kaarten met namen van huurlingen van woningen met minder den 4 vertrekken.
      In eenige lokalen der R. H. Burgerschool te Roermond waren de houten vloeren, bij wijze van proef bestreken met de stofwerende vloeistof „Seral” genaamd. Die proef was uitstekend geslaagd. De oommissie meende dus goed te doen, aan alle besturen der gemeenten van het gezondheidsdistrict dat Seral ten ernstigste aan te bevelen voor de vloeren der scholen[.] Tengevolge daarvan werden proeven genomen in de 2e openbare school te Roermond en in de openbare school te Swalmen.
      Te Posterholt had de openbare school nog niet de zoo noodige pomp. De smid die in de buurt woonde en waar anders de kinderen drinken mochten, op voorwaarde dat zijn kinderen gratis de school mochten bezoeken, had de toegang tot zijn pomp afgesloten, omdat, zooals hij zeide de kinderen te veel met water knoeiden, en zijn kinderen spoedig de school zouden verlaten. Daar B. en W. van Posterholt niet voor de commissie noch voor heeren Ged. Staten in hun weerzin tegen een schoolpomp waren gezwicht bestormde de commissie hen gelijktijdig met aanmaningen van drie hooge autoriteiten: Ged. Staten, Hoofdinspecteur der volksgezondheid en Districtsschoolopziener, en ziet dra was de pomp er en de commissie tevreden.
      Het hoofdbestuur van den R. K. Onderwijzersbond voor de bisdommen Breda, ’s Bosch en Roermond, zond aan de commissie een circulaire over de onvoldoende zorg voor de reinheid der openbare scholen in Noordbrabant en Limburg. Dit was voor de commissie geen nieuws. Dat had zij in overvloed ondervonden. Desniettemin wenschte zij van de hoofden van scholen nogmaals, en thans schriftelijk systematische opgaven te ontvangen. De commissie zond een lOtal vragen wier beantwoording beleefd werd verzocht. Met bereidwilligheid voldeden de dames en heeren schoolhoofden aan hun verzoek, waarvoor de commissie aan hen [h]aaren bijzonderen dank betuigde. Bevredigend waren de antwoorden, betreffende de binnen de gemeente Roermond gelegen scholen, en bijzondere, door kloosterzusters beheerde meisjesscholen.
      Op enkele uitzonderingen na minder bevredigend, meestal met alle reinheid den spot drijvend, waren de antwoorden, betreffende de openbare dorpsscholen, 5 dier scholen misten een pomp, zoodat het overbodig is de onreinheid, aldaar te betoogen, waar het reinigingswater niet aanwezig is. Hoofden dier scholen zetten op heete zomerdagen emmers met water op de speelplaats, om den dorst der schooljeugd te lesschen. Meestal worden de vloeren slechts een maal per jaar geschrobd, dikwijls zonder gebruik van zeep of ander bij het schrobben noodig reiningingmateriaal. Er is ééne school, die NOOIT wordt geschrobd. Slordig en totaal onvoldoende is over het algemeen de reiniging der privaten en urinoirs.
      Belachelijk klein zijn over ’t algemeen de vergoedingen, die aan schoonmaaksters worden, verstrekt, grootendeels zijn die gelegen tusschen de 20 à 40 gulden ’s jaars.
      Er is ééne schoonmaakster, die een maximumsom van 70 gld. ontvangt. Daarvoor moet zij schoonmaken, kachels aanmaken en..... gedurende 3 uren per week onderwijs geven in de nuttige handwerken.

Besmettelijke Ziekten.

      Volgens de mededeelingen van den Hoofdinspecteur kwamen in het jaar 1905 in dit gezondheidsdistrict 19 gevallen van besmettelijke ziekten voor, tegen 88 in 1904 en 34 gevallen in 1903. Diphtheritis kwam 6 maal in Roermond, 2 maal in Maasniel en in Melick en Herkenbosch, en éénmaal in Maasbracht voor. Frebis typhoidea kwam 3 maal in Roermond en eenmaal in Maasbracht en Maasniel voor. Roodvonk 3 maal te Roermond.

Andere ziekten.

      Bij een bezoek aan zeker perceel vond de subcommissie een ouden man, die ten huize van zijn schoonzoon niet behoorlijk verzorgd kon worden en daarom gaarne in het oude mannenhuis zou worden opgenomen. Volgens de verklaringen van een geneesheer was de man niet ziek genoeg om in het Louisahuis, en te ziek om in het oude mannenhuis te worden opgenomen. Daar echter de statuten van genoemde inrichting vermelden, dat bij gemis aan een goede verpleging, iemand in de inrichting opgenomen kan worden, richtte de commissie een verzoek tot heeren regenten om dien armen sukkel een behoorlijker onderdak te bezorgen.

Drinkwatervoorziening.

      Van B. en W. van Roermond ontving de commissie een verzoek om advies over de waarde van het drinkwater, dat afkomstig is uit de putten, systeem van Duynen. Daar volgens dit systeem het putwater niet verontreinigd kan worden door huishoudelijk en onzuiverwater, noch door privaatvloeistoffen, kon de commissie mededeelen dat het water betrouwbaar is.
      Herhaaldelijk werd de Roermondsche drinkwater voorziening in de vergaderingen der commissie ter sprake gebacht. Weinig resultaten hadden hare bemoeiingen om die drinkwatervoorziening meer betrouwbaar te maken. Ook thans weer kon de geneeskundige subcommissie constateeren, dat een typhusgeval was veroorzaakt door het gebruik van water eener verdachte pomp. De commissie drong bij B. en W. aan om onder leiding van een deskundige alle putten van openbare pompen te laten schoonmaken. Op het einde van het jaar werd daarmede een begin gemaakt aan den put der pomp hoek Hamstraat Kloosterwandstraat, waarvan de wanden in zulk een vervallen staat bleken, dat allerhande straatvuil vrijen toegang tot het putwater had.

Rekening en verantwoording.

      De ontvangsten bedroegen over 1904 de som van f 1999.25 en de uitgaven 1518.21 zoodat er een batig slot valt te constateeren van f 481.04.