Roosteren.
Inzegening Zusterklooster. — Op Donderdag 23 November zal het Zusterklooster, welks interieur geheel verbouwd is, plechtig worden ingezegend. Om 9 uur Hoogmis, opgedragn door den ZeerErew. Heer Deken Terstappen uit Echt. Daarna inzegening. Hierbij zijn uitgenoodigd de geestelijkheid der parochie, kerkbestuur, burgemeester en de kapitein der alhier gelegerde troepen; onderwijzend personeel en de eerw. Zusters. Om ca. half negen verzamelen de genoodigden en schoolkinderen zich op de binnenplaats van ’t klooster. Ter begroeting zullen de kinderen een feestlied zingen en versjes declameeren.
Een stuk geschiedenis van ’t oude middeleeuwsche gebouw. In de volksmond genaamd „Op het Geudje”. Hoe en wanneer dit gebouw ontstaan is kan niet met zekerheid gezegd worden, daar in 1630 bij den tocht van Frederik Hendrik Roosteren verwoest werd, alle archieven gingen verloren. De Gelderschen hadden destijds hun hoofdkwartier in Roosteren. In 1639 werden nieuwe registers aangelegd door Herman Kleine, pastoor te Roosteren.
In 1642 was ’t eigendom van Baron Johannes Bernardus van Rossum, getrouwd met Anna Catherina de Empstenrode. Tot omstreeks 1750 was ’t eigendom van de van Rossum. Hierna verwisselde het van eigenaar, en werd gekocht door Jan, Henri Eyckholt, Heer van Visserweerd, geboren te Rotterdam.
Volgens het bunderboek (kadaster van dien tijd) bedroeg de grootte van de landerijen des tijds bij ’t gebouw behoorende 22 bunder 247 roeden. Tot omstreeks 1860 behield het de familie Eyckholt, waarna het eigendom werd van zekere Mevrouw de Fyxmair. In 1879 werd het eigendom van de Kerk fabriek te Roosteren, mede door hulp van ’t gemeentebestuur, onder wijlen Burgem. Jeon Schoolmeesters.
Deze huisveste toen de Eerw. Zusters in ’t gebouw wijl deze om de toen heerschende geloofsvervolging in Duitschland uit Munster naar hier waren gevlucht.
Ruim 60 jaren huisvestte het een 6-tal Zusters der Goddelijke Voorzienigheid. In 1900 werd een gedeelte van ’t gebouw als bijzondere meisjesschool ingericht. Een nevengebouw deed dienst als bewaarschool. In 1920, bij de gelijkstelling van openbaar met bijzonder onderwijs, kreeg de kerkfabriek 350 gld toegekend van de gemeente voor beschikbaarstelling der schoollokalen.
Door de verbouwing werd aan een ongezonden toestand, wat de behuizing der Zusters betreft, een einde gemaakt. Voor de verbouwing brengt de Kerkfabriek onder den zeereerw. heer pastoor Riga een groot financieel offer, mede doordat de schoollokalen der meisjesschool nu werden ondergebracht in een gebouw der gemeente, waardoor de subsidie voor beschikbaarstelling schoollokalen is vervallen.
De verbouwing is uitgevoerd onder leiding van architect Jeurissen door aannemer de Bruin uit Born voor ca. f 3000.
Zeer ten gerieve der Zusters is het gebouw nu ingedeeld. Door ’t midden in de lengte van ’t gebouw loopt nu een gang. Aan de voorzijdede voorzijde bevindt zich een spreekkamer, lokaal voor ’t Groene Kruis en een recreatiezaal. Aan de achterzijde de keuken, refter en een mooie kapel met een prachtigen ingebouwden biechtstoel. De binnenplaats zal als park worden ingericht, waar langs een nieuwe scheidingsmuur. Het geheel zal het zegenrijke werk der Eerw. Zusters, onderwijs, Groene Kruis, kerkgewaden voozeker vergemakkelijken.
|