Limburger Koerier/Jaargang 95/Nummer 103/Hub. Levigne en Windhausen exposeeren in Breda
Hub. Levigne en Windhausen exposeeren in Breda | |
Auteur(s) | Anoniem |
Datum | Woensdag 1 mei 1940 |
Titel | Hub. Levigne en Windhausen exposeeren in Breda |
Krant | Limburger Koerier |
Jg, nr | 95, 103 |
Editie, pg | [Dag], [derde blad], [2] |
Opmerkingen | Hubert Levigne vermeld als Hub. Levigne |
Brontaal | Nederlands |
Bron | delpher.nl |
Auteursrecht | Publiek domein |
HUB. LEVIGNE EN WINDHAUSEN EXPOSEEREN IN BREDA. In de kunstzaal „Den Deyl” te Breda hebben twee Limburgsche kunstenaars, Hub. Levigne en Paul Windhausen, — welke laatste te Breda leeraar is, — elkaar gevonden in een gezamenlijke tentoonstelling. In ons zusterorgaan, het „Dagblad van Noord-Brabant en Zeeland”, treffen wij een bespreking van deze tentoonstelling aan, waaraan wij het volgende ontleenen. Het eerst wordt het werk van den graveur Levigne besproken: dit is het wondere in dezen kunstenaar, dezen geboren Limburger, dat hij, met één enkele sobere lijn, diep weet te ontroeren. Uit zijn werk komt U zijn liefde voor de romantiek en mystiek, den Limburger zoo eigen, sprekend tegemoet. Voor den minnaar van religieuze kunst valt hier bovendien zeer bijzonder te genieten. Voor ons (het geldt hier een zuiver persoonlijke visie) heeft hij sterk geleefd onder den invloed der primitieven, hetgeen o.m. sterk in „De Zeven Smarten”, tot uiting komt. Zijn Maria-figuur in deze handgekleurde teekening doet even aan Timmermans gelijke figuur uit „Het Fonteintje” denken. Zijn „Don Quichotte” een van zijn groote teekeningen, treft niet alleen door originaliteit van conceptie, maar evenzeer door het bijzonder-uitgebeeld dynamische en het sterkst door de zoo raak geziene psychologie der beide figuren. Zonder eenige charge en zonder caricaturaal te willen zijn heeft hij frappant-juist ’t poovere van „de dolende ridderschap” in beide figuren geschapen.
PAUL WINDHAUSEN.
Levigne is in waardig gezelschap. Evenals hij blijft Paul Windhausen streng zichzelf, brengt niet het geringste offer aan de conventie.... ja, negeert deze soms radicaal, als het hem lust de rhythmiek in zijn vlakken sterker te doen spreken. Dan bekommert hij zich niet om de onderlinge verhoudingen, waaraan meer oppervlakkige kunstenaars zich niet zelden angstvallig vastklampen.
|