Heksenprocessen in Limburg
Over dit onderwerp gaf de ZeerEerw. Zeer Gel. Heer Dr. W. Goossens, Rijksarchivaris te Maastricht eene buitengewone interessante les voor de Heerlensche Volks-Universiteit, in de zaal van „Ons Volkshuis”.
De vele aandachtige toehoorders uit Heerlen en omstreken bewezen wel, hoezeer de oude geschiedenis van ons geweest belangstelling wekt en wij mogen de Doctor wel dankbaar zijn, dat Z. Eerw. zijne uitgebreide kennis op zoo bevattelijke en populaire wijze ten dienste der Volksontwikkeling stelt en ons wat komt vertellen van vroegere eeuwen, waarvan de meeste onzer zoo weinig weten.
Nadat Dr, Goossens de oorzaken van het bijgeloof was nagegaan, met als gevolg het geloof aan heksen en de daarmede in verband staande processen en terechtstellingen, alsmede de verspreiding door geheel West-Europa, kregen wij een meer uitvoerig overzicht van hetgeen in Limburg op dit gebied was gebeurd.
Op het einde der XVe eeuw begonnen, duurden deze gruwelijke processen tot het einde der XVIIIe eeuw. In elke streek, zoowel inhet Noorden als in het Zuiden van de huidige provincie Limburg werden heksenprocessen gevoerd. Op enkel verdacht kon eene vrouw of meisje als heks voor den rechter gebracht worden. Gewoonlijk gebeurde dit, wanneer paarden, koeien of ander vee ziek werd, wanneer kinderen stierven.
De procedure was in handen der burgerlijke overheid.
Door onmenschelijke pijnigingen werden de verdachten tot bekentenis gedwongen en zoo gebeurde het vaak, dat volslagen onschuldigen op de onzinnige en bespottelijke vragen bevestigend antwoorden en zich zelf beschuldigden met den duivel omgang te hebben enz. Soms bezweken de slachtoffers op de pijnbank, omdat ze weigerden schuld te bekennen. De zoogenaamde heksen werden dikwijls tot den brandstapel veroordeeld. Zoo werden in het jaar 1613 te Roermond, destijds de hoofdstad van het overkwartier van Gelde 64 heksen levend verbrand. Ook werden enkele mannen, die als heksenmeesters bekend stonden, tot den brandstapel veroordeeld. Meestal echter waren het vrouwen en meisjes, die als heks beschouwd werden.
Als reden hiervoor geven de geschiedschrijvers op, den val der menschheid door de ongehoorzaamheid van Eva en andere redenen, die de beleefdheid jegens het schoone geslacht verbieden te vermelden.
Zeer typisch waren de onkosten-berekeningen (waarvan er nog verschillende origineele exemplaren berusten in het Rijksarchief te Maastricht) verbonden aan de terechtstellingen en torturen der heksen: o.a. van de beulen, de klokkeluiders, de helpers, de troosters, de wachters, de drinkgelagen der schepenen enz. en eindelijk van het galgenmaal der onschuldige slachtoffers. Ook bracht de beul in rekening de gebruikte schansen ,buskruit en het stroo, waarin de heks als in een huisje werd vastgebonden.
Spreker bracht tenslotte na al deze gruwelgeschiedenissen het laatste heksen-proces in herinnering, waaraan een humoristisch kantje niet vreemd was.
Het speelde zich af te Amstenrade, waar de Taters of Zigeuners bekend maakten, dat buiten het dorp op de heide eene heks, die zij op een wagen meegebracht hadden, verbrand zou worden.
Toen heel Amstenrade was uitgeloopen om van de terechtstelling getuige te zijn, bezochten eenige mannen van den Zigeunerstroep de leege woningen en haalden weg en roofden wat van hunne gading was. De heks echter kreeg berouw en beloofde beterschap, zoodat de brave Amstenraders genade voor haar smeekten en zij vergiffenis kreeg.
Dr. Goossens verwierf een dankbaar applaus en kan er van verzekerd zijn, dat de bezoekers der Heerlensche Volks-Universiteit hem telken jare met belangstelling zien terug komen, wetende dat ze van hem iets bijzonders te hooren krijgen.
|