[ 1 ]WEENEN den 27 Juny. Een Onder-Luitenants Weduwe, van vier Zoonen vergezeld, hieldt deezer dagen by den Keizer aan, om eene Jaarwedde te mogen genieten. Haar ſmeekschrift was met haar naam als Vrouw, nevens den bygevoegden Tytel Opper-Luitenant, ondertekend. De Keizer over die zonderlinge tekening verwonderd, vraagde haar naar de reden derzelve, waar op zy tot antwoord gaf: „Ik voor myn perſoon ben Opper-Luitenant, als nagelaatene echte Vrouw ben ik Weduwe van een Onder-Luitenant. Ik diende lang onder een Veldregiment; eene wonde, die ik in den Oorlog bekwam, ontdekte myn Geſlacht; ik trouwde eenen Onder-Luitenant, met wien ik deeze vier Zoonen geteeld heb.” Zy kreeg hier op 50 Ducaaten, en eene Jaarlykſche Inkomste van 300 Guldens.
Haare Kinderen zyn in een Fondatie-huis ter opvoeding gegeeven.