Nederlandsche Courant/Jaargang 1787/Nummer 104/Weenen den 15 Augustus
Weenen den 15 Augustus | |
Auteur(s) | Anoniem |
Datum | Woensdag 29 augustus 1787 |
Titel | Duitschland en bygelegen landen. Weenen den 15 Augustus. |
Krant | Nederlandsche Courant |
Jg, nr | ?, 104 |
Editie, pg | [Dag], [1] |
Brontaal | Nederlands |
Bron | delpher.nl |
Auteursrecht | Publiek domein |
DUITSCHLAND en bygelegen LANDEN. WEENEN den 15 Augustus. De overige Gedeputeerden uit de Nederlanden zyn hier voorleeden Zondag en Maandag aangekomen. Gisteren hebben die Heeren hunne eerſte audientie by den Vorst van Kaunitz, en vervolgens by Haare Koninglyke Hoogheid de Aartshertogin Maria Christina, gehad; heden na den Godsdienst zyn zy door deeze laatſte aan den Keizer voorgeſteld. Zyne Majeſteit ontfing hun op de vriendelykſte wyze, en onderhieldt zich met ſommigen van hun over meerendeels onverſchillige zaaken; op het einde gaf de Monarch hun te kennen, dat zy zich wegens de voorwerpen, tot hunne zending betrekking hebbende, by de geheime Staats-Kancelary moesten vervoegen. Deeze Gedeputeerden hebben geen volle magt, en moeten dikwils Estafetten naar Brusſel afvaardigen, om over ieder punct, dat zy vastgeſteld hebben, de goedkeuring-van hunne Committenten te vraagen; hetgeen niet misſen kan de zaaken op de lange baan te ſchuiven, als ſlegts die traagheid naar den ſmaak van den Monarch is. Wat ’er ook van zy, men bemerkt, dat onder hun de grootſte eensgezindheid heerscht; zy houden dagelyks Conterentien, even als of zy te Brusſel waren, en hebben nog aan geen der uitſpanningen in deze Hoofdſtad deel genomen. Het marcheeren der Troupen verflaauwt hier door echter in geene deele. Het dunkt ons nogthans niet waarſchynlyk te zyn, dat alle die Troupen aan de Grenzen moeten blyven, zo als het gerucht daarvan geloopen heeft: de ontelbare toebereidſelen welke gemaakt worden, en de zwaare kosten, welke dezelve veröorzaaken, hebben zekerlyk een ernſtiger doelwit, en wanneer zelfs de zaaken der Nederlanden op eene voldoende wyze bygelegd worden, denkt men evenwel, dat alle de op marsch zynde Regimenten zich niet minder naar de Grenzen van Vlaanderen en Braband zullen begeeven, om aldaar een Obſervations Leger te formeeren, eene voorzorg, die in den tegenwoordigen toeſtand, waar in zich de zaaken van Europa bevinden, vooräl noodzaakelyk is. |