Nederlandsche Staatscourant/1825/Nummer 35/'s Gravenhage, den 9 Februarij

Nederlandsche Staatscourant (don­der­dag 10 fe­bru­a­ri 1825)

‘’s Gravenhage, den 9 Februarij’ door een anonieme schrijver, [p. 4].

[ 4 ]

’s Gravenhage, den 9 Februarij.

In onze Stads-Courant leest men het volgende:
Wij hebben, in onze buitengewone courant van gisteren, bij de mededeeling der tijdingen wegens de overstrooming van Waterland, door eene inbraak der zee bij Durgerdam, tevens berigt, dat, hier ter stede, de heeren mr. Donker Curtius en W. Scheurleer, zich wel hebben willen belasten met het ontvangen en overmaken aan de commissie te Amsterdam, van de giften, welke onze stadgenooten, tot leeniging van den onbeschrijflijk ellendigen toestand van zoo vele ongelukkigen, vooral in den zoo dringenden nood van het oogenblik, zouden willen bijdragen; wij voegden daarbij, dat deze loffelijke bereidwilligheid dier beide heeren reeds aanvankelijk de toejuiching der plaatselijke regering had mogen erlangen, en dat, tot de ontvangst dier giften, dagelijks zal worden gevaceerd ten kantore van de heeren Scheurleer en zonen, des morgens van negen tot een ure. Wij hebben gemeend, dit berigt, tot meerdere bekendwording van hetzelve, bij deze te moeten herhalen, en twijfelen niet of de ingezetenen dezer residentie, zullen van deze hunne aangebodene gelegenheid gretiglijk gebruik maken, om, ook nu wederom, de hoofddeugd der Nederlanders, de deugd van menschlievende mededeelzaamheid aan noodlijdenden, in eene ruime mate uit te oefenen.