Nederlandsche Staatscourant/1825/Nummer 35/Men verneemt

Nederlandsche Staatscourant (don­der­dag 10 fe­bru­a­ri 1825)

‘Men verneemt, dat de wed J. Allart, boekhandelaresse in ’s Gravenhage […] te rade is geworden, […]’ door een anonieme schrijver, [p. 4].

[ 4 ] Men verneemt, dat de wed J. Allart, boekhandelaresse in ’s Gravenhage, uit hoofde van den geduchten toestand, waarin ons geheele vaderland gebragt is, door de verschrikkelijke watervloeden en overstroomingen welke, den 3. 4 en 5den dezer maand, in verscheiden oorden van hetzelve, gewoed hebben, te rade is geworden, om van alle deze aandoenelijk gebeurtenissen eene, op alle plaatsen zelve, naauwkeurig opgenomene, wel zamengestelde beschrijving in het licht te geven, waarin vooral die menschenvrienden, welke zich door opofferingen verdienstelijk hebben gemaakt, niet zullen worden vergeten. Vervolgens, dat er niets verzuimd zal worden, wat tot groote belangstelling, zoo voor dit als het volgende geslacht, in dezelve kan dienen, en dat, zoodra doenlijk, een meer ordelijk prospectus van inteekening in het licht zal worden gegeven.