Nieuwe Venlosche Courant/Jaargang 71/Nummer 142/Tentoonstelling "Kunst en Arbeid"

Tentoonstelling „Kunst en Arbeid”
Auteur(s) Anoniem
Datum Maandag 19 juni 1933
Titel Tentoonstelling „Kunst en Arbeid”. Een uitgelezen verzameling van kunstwerken.
Krant Nieuwe Venlosche Courant
Jg, nr 71, 142
Editie, pg [Dag], [1]
Brontaal Nederlands
Bron delpher.nl
Auteursrecht Publiek domein

Tentoonstelling „Kunst en Arbeid”.

Een uitgelezen verzameling van kunstwerken.

De officieele opening.

      Zaterdagavond heeft Burgemeester mr. B. Berger in het Bondsgebouw der R. K. Werkliedenvereeniging aan de Herongerweg de kunsttentoonstelling „Kunst en Arbeid” geopend.
      In de groote, uitstekend verlichte en smaakvol met palmen versierde zaal van het Bondsgebouw heeft het Uitvoerend Comité een verzameling van door arbeid en werkers geïnspireerde kunstuitingen bijeengebracht, die de verwachtingen van de belangstellende bezoeker, hoe hoog deze ook gespannen mogen zijn, zoowel wat de kwaliteit als de kwantiteit betreft, wel verre moet overtreffen.

EEN ALZIJDIGE TENTOONSTELLING.

      En juist het mooie van deze kunsttentoonstelling is, dat zij een rijke vertegenwoordiging van vele verschillende richtingen en gevoelsuitingen brengt, die een interessante vergelijkende beschouwing mogelijk maakt, waartoe weinig dergelijke tentoonstellingen de kunstminnende bezoekers in staat stellen. Hier staat het academisch-zuivere werk van Prof. Jurres naast de onevenwichtig krachtig inspiraties van de Vlaming Belleforid, de vormschoone beelden van Ch. Vos naast de actievolle bronsgroepen van Aug. Falize, terwijl de machtige en donkere „Drinker” van Wiegersma hier even goed zijn plaats vindt als de aangrijpende „Dood van de Arbeider van Nazareth” van Herman Deckers.
      Er is veel te zien op deze tentoonstelling, te veel misschien zelfs voor de groote zaal van het Bondsgebouw, zoodat een enkel stuk, als de „Landman” van Permeke, geen goede plaats te vinden was, waar het voldoende tot zijn recht komt.
      Velen zullen de macht en de pracht van dit en dergelijk werk nog niet zien. Een goede uiteenzetting zou hen op weg kunnen helpen. Zij, die er niet van houden, omdat ze er nog niet rijp voor zijn of niet van willen weten, kunnen dan van veel ander werk toch wel genieten. Tielens, Hollman, Lücker, v. d. Avoort, Colette, Elsa Rubens, Laszlö Hernadi Vanszura, Schoonbrood, Sluiters, Servaes, Puyenbroek, Windhausen, enz. enz.
      Wij schreven vroeger reeds meermalen over verschillende dezer kunstenaars en Zaterdag nog in ons inleidend artikel, zoodat we ons nu van een nadere beschrijving mogen onthouden.
      Zou het echter niet wenschelijk zijn, dat schoonheidskenners, zooals een Pater van Well S.J. aan hen, die meer willen gaan genieten van kunst en schoonheid, voordrachten op deze tentoonstelling zelf te laten geven? Wat zou men hier veel goed mee kunnen doen. De R. K. Arbeidersvereeniging is hier vast voor te vinden en het zal ook zeker succes hebben bij haar leden.
      Wat zou dan het opvoedende karakter van deze tentoonstelling, die reeds zoo groot is, nog meer versterkt worden.
      Wij wenschen Bestuur en Comité echter nu reeds geluk met het vele, wat zij hebben weten te bereiken.

DOEL DER EXPOSITIE.      

      Het mag voor velen een waagstuk hebben geleken, wat wij hier zijn begonnen, zeide Aalmoezenier K. Roncken, toen hij vóór de officieele opening door Burgemeester Berger, Zaterdagavond tot de vele genoodigden, w.o. de Hoog Eerw. Heek Deken van Oppen, Pater van Well S. J., Pastoor Motké, Burgemeester Berger, Wethouders Driessen en Verbaarschot, en vele kunstenaars en kunstliefhebbers, een woord van welkom richtte. Het mag aan velen een in deze tijd overbodige weelde hebben toegeschenen, een dergelijk breed opgezette tentoonstelling te organiseeren. Wanneer men echter de bedoeling begrijpt, n.l. de arbeider en de kunstenaars iets dichter bij elkaar te brengen, dan zal men het waardeeren, dat men dit waagstuk heeft aangedurfd.
      Daarom bracht spr. dank aan de kunstenaars, die door hun inzendingen, met het streven der Venlosche Werkliedenvereeniging hebben meegewerkt, en tevens aan allen, die het hunne hebben gedaan, om deze tentoonstelling te doen slagen. Wanneer zij slaagt, zullen de organisatoren hun eenigste wensch vervuld zien, iets te hebben gedaan voor de kunst en de arbeid.
      De heer Jan Creighton uit Nijmegen, lid van de jury, hield vervolgens een inleiding over het onderwerp der tentoonstelling. Al mogen de begrippen kunst en arbeid dan ook schijnbaar heterogeen en elkaar vijandig zijn, aldus deze spreker, in werkelijkheid is deze tegenstelling reeds lang overbrugd. Nagaande hoe de kunstenaar zich verhoudt tot het onderwerp: arbeid, wees spr. er op, dat deze de arbeid zoo breed mogelijk ziet; het begrip arbeid beperkt tot handenarbeid werkt op hem benauwend. Spr. ging vervolgens in de kunsthistorie na, hoe groot de invloed van de arbeid steeds op de kunstuitingen der geheele wereld is geweest.
      In deze tijd van groote socialiseering overal, wil men in de overdrijving daarvan ook de kunst betrekken. Socialisme en communisme trachtten een eigen kunst te doen ontstaan. Een socialistische of communistische kunst kan echter niet bestaan, wel socialistische of communistische kunstenaar. De kunstenaar is echter steeds allereerst artiest en vervolgens partijman.
      De vele inrichtingen voor arbeidsontwikkeling, sterk bevorderd door de moderne uitvindingen, stellen de arbeiders tegenwoordig in de gelegenheid, meer met de kunst in aanraking te komen. En dit directe contact is voor de volksontwikkeling het meest noodig. Niet minder dan de meer ontwikkelde is de arbeider, relatief genomen, in staat, de kunst te waardeeren. Door het betere contact van kunst en arbeid worden de arbeider hoogere motieven voor zijn werk bijgebracht. Spr. legde tenslotte nog eens de nadruk op de belangrijkheid en de hooge kunstwaarde van deze tentoonstelling, die een groot succes ten volle waard is.
      In een kort woord wees vervolgens de Voorzitter der Werkliedenvereeniging, de heer Donné, op de oorsprong van het streven, dat tot de organisatie van een tentoonstelling „Kunst en Arbeid” leidde en de grootte moeilijkheden, welke bij de organisatie waren te overwinnen. Spr. dankt allen die hebben meegeholpen. Er is thans een eerste stap gezet naar een omhoog voeren van de arbeidersstand.
      Aalmoezenier Roncken verzocht Burgemeester Berger vervolgens, de tentoonstelling te willen openen. Deze bracht een woord van dank tot het Organiseerend Comité voor het groote werk, dat onder zijn leiding is tot stand gekomen. Na de wensch uitgesproken te hebben, dat de opzet moge gelukken en de verwachtingen schitterend in vervulling mogen gaan, opende Burgemeester Berger officieel de tentoonstelling.
      De aanwezige autoriteiten en genoodigen, w.o. we later nog opmerkten Wethouder mr. Janssen, de heer Turien, Voorzitter der R. K. Raadsfractie en verscheidene Raadsleden, werden hierna in de gelegenheid gesteld, de tentoonstelling te bezichtigen. Al liep het oordeel over verschillende stukken natuurlijk uiteen, allen waren toch verrukt, dat de R. K. Arbeidersvereniging er in geslaagd was, zulk een excellente expositie bijeen te brengen en ze op een zoodanige smaakvolle wijze te arrangeeren.
      Venlo mag trotsch zijn op deze tentoonstelling, die een voorbeeld is voor de Arbeidersorganisatie, maar ook voor alle andere.